De deelnemers aan het workshop Groene chemie en duurzame energie 
Energie transitie Groene chemie NOM Midzomerfestival

Workshop: Groene chemie en duurzame energie 

Stel je voor: een spannend verlichte opblaasiglo in een verder pikdonkere sporthal. De bezoekers krijgen ijskoud een paar pittige stellingen voorgelegd. De iglo is verdeeld in de vakken A,B,C en D. De letters staan voor: mee eens-weet niet-kan me niet schelen-oneens. Ons Cleantech team (groene chemie en duurzame energie) opent de discussie met de waarschuwing:  

“Normaal is de NOM er om mensen te verbinden; vanmiddag gaan we jullie eens flink uit elkaar drijven!” 

Altijd interessant – en stiekem rekent de NOM ook op nuttige input voor het aanstaande Strategisch Meerjarenplan 2025-2030.  

Eerste stelling: Als de maatschappij niet gelooft in groene chemie, dan moeten we het niet doen. Na wat geworstel met de dubbele ontkenning, zegt de overgrote meerderheid: niet mee eens. Iemand oppert: “Aan ons de taak om het beter uit te leggen, we mogen zeker niet doordrammen!” En: “We moeten vooruit durven te lopen.” 

Stelling: Iedereen in Noord-Drenthe en Groningen Stad moet van de overheid een thuisbatterij krijgen. De meningen zijn nu veel verdeelder. Is dat wel een overheidstaak? Stel dat mensen het zelf niet willen? We noteren: “Zeker weten! We moeten elektrificeren waar we kunnen. Bovendien is netcongestie een akelig dringend probleem.” Het levert een ‘overloper’ van vak B (weet niet) naar vak A (eens) op: “Goed verhaal!” 

Stelling: Het importeren van waterstof in plaats van zelf maken is veel slimmer. Vak B (weet niet) stroomt snel vol. “Als je de meningen op LinkedIn leest schiet het alle kanten op!” Iemand in vak D (niet eens) valt over de formulering met ‘veel slimmer’. “We moeten beide doen! Samenwerken met landen met veel zon, dat is duurzaam.” Een ander heeft “om exact dezelfde reden” voor vak A (eens) gekozen: beide doen! En wel snel! 

Stelling: Opslaan van CO2 onder de grond moet verboden worden. Vak D in koor: “Verbieden gaat ver. Het kan een heel goede transitiemethode zijn. We moeten alle mogelijkheden onderzoeken. Veiligheid zit volgens mij vooral tussen de oren!” Iemand anders vult aan: “Zonde om nuttige grondstoffen onder de grond te stoppen. Als je CO2 koppelt aan waterstof, krijg je koolwaterstofverbindingen. Dat wordt de grote transitie, de koolstofketen boven de grond.” 

Stelling: Een boer maakt eten geen chemie. Zo’n 90% van de 50 deelnemers kiest D (oneens). In vak A (eens) werpt iemand tegen: “Nevenproducten kunnen waardevol zijn, snap ik, maar Nederland is te klein om iets puur voor grondstoffen te verbouwen.” Eileen Blackmore (circulair product en concept designer) grijpt haar kans om de Waddenzee in bescherming te nemen, in de strijd tegen microplastics in het zeewater: “Met vlas kun je alles maken. Textiel, isolatie, biocomposiet als plantaardig bouwmateriaal.” Ze wijst op de reststromen uit de suikerbietenindustrie en op Wad van Waarde, onder andere bedenker van fraaie, stevige bekers van volledig afbreekbaar PHA, een bijproduct uit de landbouw. “Boeren willen het best en zijn juist trots om op deze manier een bijdrage te leveren!”  

Wat bleek? De waarde van het met elkaar in gesprek gaan is groot. Want hoewel de vakken ‘mee eens-weet niet-kan me niet schelen-oneens’ grote verschillen doen vermoeden bleek dat de meningen veel minder uit elkaar lagen.   

Een bijeenkomst, om nieuwe energie van te krijgen, met veel chemie tussen de deelnemers onderling? Dat zeker! 

De Cleantech sector in Noord-Nederland