Dromen, durven en de dilemma’s bij doorzetten
  • Innoveren
  • Investeren
  • Groeien met je bedrijf
  • Opinie

Klaas Kooistra ‘Dromen, durven en de dilemma’s bij doorzetten’

Klaas Kooistra 2021 01 Klaas Kooistra

Wat hebben wij als samenleving over voor vernieuwing? Om de wereld leefbaar te houden, zijn fundamentele veranderingen nodig en dat besef dringt langzaam door. Innovatieve ondernemers nemen het voortouw. Zij willen een verschil maken bij wezenlijke vraagstukken, maar: hoe lang houden ze het vol als ontwikkeling een lange adem vergt? Doorzetten lukt alleen als de omgeving ook bereid is te investeren in verandering…

Dromen, durven, doen: het klinkt zo simpel, maar in de realiteit komt het waarmaken van dromen vooral aan op doorzetten. Elke dag tref ik ondernemers die de sprong in het diepe wagen om hun idee in de markt te zetten. Daar zitten ook inspirerende verschilmakers bij: mensen die ondernemen omdat ze met hun innovatieve technologie, product of plan kunnen bijdragen aan een betere wereld. Geld is nooit hun drijfveer; de echte winst zit in het bieden van duurzame alternatieven. De missie van deze ondernemers is geslaagd als hun vernieuwende oplossingen bijdragen aan fundamentele veranderingen. Terwijl bestaande systemen steeds meer vastlopen, werken zij doelbewust aan de nieuwe mogelijkheden die zij voor zich zien.

Inspiratie en frustratie

De innovaties waar deze verschilmakers aan werken, laten ook mij dromen: wauw, als dit lukt, dán hebben we wat! Toch wordt inspiratie regelmatig overstemd door frustratie, want echte vernieuwing vergt een moeizaam traject van vallen en opstaan. Mede door de bestaande systemen, die grensverleggende ontwikkelingen eerder tegenwerken dan toejuichen. Toch steken bevlogen ondernemers hun nek uit om een verschil te maken. Zij investeren alles wat ze hebben in hun droom, zij verruilen hun vaste banen voor risico’s en zij incasseren een hoop tegenslagen. Daar verdienen ze grote waardering voor, terwijl ze in de praktijk vooral te maken krijgen met scepsis, kritische oordelen en – als het er op aan komt – weinig bereidheid om innovaties mede mogelijk te maken. We kunnen als samenleving blijkbaar moeilijk omgaan met de onzekerheid die bij vernieuwing hoort.

Als investment manager kijk ik als eerste naar mezelf. Want bij financieringen kunnen ook wij – gebonden aan grenzen – geen carte blanche verstrekken en dienen we risico’s onder controle te houden. Dat betekent dat we het ondernemers bepaald niet makkelijk maken. Soms worstel ik daar mee. Zeker, zakelijk zijn hoort bij ondernemerschap, maar als we met zijn allen duurzamer, slimmer en gezonder willen werken en leven, dan vraagt dat investeringen. Van de maatschappij als geheel. Want ik voel me ook als consument aangesproken. Ben ik bereid om meer te betalen voor een product dat echt verschil maakt? En durf ik zelf een stukje van mijn verworvenheden los te laten als dat de balans in de wereld ten goede komt? Het eerlijke antwoord is dat mijn eigen egoïsme ervoor zorgt dat ik dit moeilijk vind. Ik stel kritische vragen aan ondernemers, maar de verschilmakers zetten mij ook aan het denken met hun inzet voor verandering.

Urgentiebesef

Fundamentele vernieuwing is alleen mogelijk als de maatschappij het mede mogelijk maakt. Van overheid en investeerders tot bedrijven en consumenten: het vraagt van ons allemaal de moed om andere keuzes te maken en daarin ook te durven doorzetten. Nu ontbreekt het besef van urgentie nog te vaak bij het gedrag in de markt. Iedereen zégt wel voorstander te zijn van duurzame ontwikkeling, maar wat doen bedrijven en consumenten als ze werkelijk risico lopen door iets nieuws te proberen of meer geld uit te geven aan alternatieven?

Startups kunnen qua prijs nooit opboksen tegen heersende multinationals, maar dit wordt wel van hen verwacht. Hoe baanbrekend ze in potentie ook zijn, als nieuwe concepten niet vanaf dag één beter en goedkoper zijn dan wat we gewend zijn, worden veel innovaties in de kiem gesmoord. En dat komt ook door andere obstakels op het pad van verschilmakers: a) de terughoudendheid van bestaande bedrijven om mee te werken aan pilots – waardoor opschaling blijft steken – en b) de moeite om goede mensen te vinden voor het versterken van de startup – omdat veel talent voor zekerheid kiest. Door de focus op technische innovatie en het gebrek aan mankracht, is er vaak te weinig aandacht voor de commerciële en zakelijke kant van het ondernemerschap. En dat maakt het weer lastig om anderen van je goede ideeën te overtuigen. Ziedaar de vicieuze cirkel waar veel verschilmakers in terecht komen.

Grenzen oprekken?

Een belangrijk struikelblok voor startups is financiering, vaak in de vorm van subsidies. Vernieuwende technologie heeft een lange aanlooptijd nodig, terwijl regelgeving die ruimte niet altijd biedt. Zo komen ondernemers na drie verliesjaren bijvoorbeeld al niet meer in aanmerking voor bepaalde essentiële subsidies. Ook investeerders hebben moeite met een lange ontwikkelduur; er zitten grenzen aan het accepteren van vertraging en tegenvallers. En ik vraag me af: moeten we die grenzen in sommige gevallen niet wat verder oprekken? Want falen is nodig om fundamentele verandering een serieuze kans te geven, het hoort bij vernieuwende ontwikkelprocessen.

Mijn zorg is het verlies van veranderkracht als verschilmakers na verloop van tijd de handdoek in de ring gooien. Ik denk we dit type ondernemers keihard nodig hebben en zij verdienen – naast respect en waardering – onze zorg en steun. Hoe we daar meer ruimte aan kunnen geven? Dat is een zoektocht. Ik zie de uitdagingen, maar een makkelijk antwoord ligt niet voor de hand. In de hele keten van toeleverancier tot eindconsument moeten we onze mindset aanpassen. Dat is een proces waar ik zelf nu middenin zit, zowel privé als in mijn werk. Als investment manager laat ik me zoveel mogelijk leiden door het creëren van maatschappelijke impact en het belang om ondernemers hierbij te faciliteren. Vanuit het besef dat werkelijke verandering een lange adem vergt en dat doorzetten alleen lukt als we allemaal iets bijdragen.

Klaas Kooistra werkt als Investment Manager voor de Friese Ontwikkelingsmaatschappij (FOM), een fonds van de Provincie Fryslân dat door de NOM wordt beheerd. In deze rol heeft hij afgelopen decennium vele innovatieve ondernemers gesproken en geïnvesteerd in hun concepten. Zo maakte hij van dichtbij de lange weg mee van concept tot marktproduct en groei; en soms ook het verdriet van falen.