startups
  • Diversiteit

Dina Boonstra: “Ook wij hebben nog een weg te gaan”

Dina Boonstra 2021 01 Dina Boonstra

Er komt iets op gang. Heel langzaam, maar heel zeker, sluipen diversiteit en inclusie omhoog op de bewustzijnsladder. Ook binnen de NOM. Een tussenstandje.

Je krijgt ingesleten gewoonten, onbewuste omgangsvormen en vastgeroeste vooroordelen niet zomaar uit de mens. Maar: als het aankomt op diversiteit en inclusie moet je er wel alles aan doen. Dat vindt NOM-directeur Dina Boonstra, die heus inziet dat haar organisatie nog een flinke weg te gaan heeft.

De NOM conformeert zich met hart een ziel aan de doelstellingen van TechLeap, die onder meer gaan over het bevorderen van het aantal investeringen in een diverse doelgroep. ,,Het is schrikbarend om te zien hoe weinig van het totale investeringsgeld in Nederland gaat naar startups die niet blank en of vrouw zijn. Natuurlijk moeten we daar wat aan doen. Voor de gezondheid van de maatschappij, maar ook omdat we ervan overtuigd zijn dat we kansen laten liggen, omdat we veel beloftevolle starters simpelweg niet in beeld hebben.’’

Het is een uitdaging met een hoofdletter U. ,,Wat we kunnen doen? Blijven hameren op de valkuilen, maar vooral op de voordelen van diversiteit. Dit is zo’n onderwerp dat niet van de agenda mag verdwijnen. Het is niet een probleempje dat je even oplost, een vinkje zet, en weer verdergaat. Dat weten we. Je moet gewoontes veranderen, de cultuur, processen. Dat is lastig, het kost tijd.’’

Andere culturen lastig binnen te halen

De ene doelstelling is eenvoudiger te halen dan de andere. Dat een derde van de investeringsmanagers vrouw zou moeten zijn, is binnen de NOM bijvoorbeeld al lang gehaald. Twee van de vijf leden van de Raad van Commissarissen zijn vrouw. Ook mooi. Jonge mensen zijn aangetrokken om meer leeftijdsdiversiteit te krijgen. Goede stappen op een lange weg.

,,Lastiger is het om andere culturen binnen te halen, blijkt. We hebben een paar mensen met een andere achtergrond in dienst, maar willen er dolgraag meer. Kennelijk hebben we nog niet de juiste manier gevonden om ze te vinden. Of is de organisatie nog onvoldoende ingeregeld. Dus moeten we het er daarover hebben, zeker met de mensen zelf. Luisteren naar hun wensen en behoeftes. Creatief zijn en nieuwe ingangen zien te vinden. En dat doen we ook.’’

Wat kan de directeur zelf? ,,Stimuleren dat we ronde tafels organiseren, dat er webinars zijn, een boekje, bijeenkomsten. Allemaal om het onderwerp belangrijk te maken en te houden, maar óók om er zelf van te leren. We hebben allemaal last van oogkleppen, in zekere zin. Dus moet je open staan voor lastige vragen en goede ideeën, van een zo breed mogelijk publiek. Ik ben heel blij met het actieve clubje binnen de NOM dat continu aandacht blijft vragen voor dit onderwerp. Dat moet ook.’’

In haar eigen loopbaan merkte ze hoe haar eigen bijdrage aan de diversiteit van teams positief uitpakte. Dat wil ze ook graag doorgeven aan haar collega’s in het MT. Ze ziet het als haar rol om voor iedereen een uitdagende, inspirerende én veilige werkomgeving te creëren. ,,Een divers team begint met een inclusief leider. Ik vind dat het mijn taak is om de meerwaarde ervan steeds te laten zien.’’

De persoonlijke inzet zit hem voor Dina Boonstra ook en vooral in het aanboren van nieuwe netwerken, in het vragen van advies, het proberen de zaak van verschillende kanten aan te vliegen. ,,We zijn altijd op zoek naar beloftevolle startups die we verder kunnen helpen. Maar het aandeel blanke mannen is veel te groot. Dus moeten we de talenten op een andere manier zoeken. Ik heb bijvoorbeeld weleens in de voetbalwereld rondgevraagd. Succesvolle oud-profs investeren nog wel eens in jonge bedrijven, en dat zijn meestal ondernemers die wij niet op het netvlies hebben.’’

De grote voordelen van diversiteit

Veel startende ondernemers vinden niet als vanzelf de financieringsmogelijkheden van de NOM. Dus moeten de investeringsmanagers zelf de boer op, andere wervingskanalen onderzoeken, vindt Dina Boonstra. ,,Via de rijksuniversiteit onderhoud ik bijvoorbeeld contact met een vluchtelingenorganisatie van studenten. Gewoon om te kijken of er ondernemend talent is dat wij nog niet kennen en een steuntje in de rug kunnen geven.’’

Een cultuur veranderen is nogal lastig. Om dat voor elkaar te krijgen, moet je scherpe doelstellingen formuleren en regelmatig controleren of iedereen nog op de goede weg zit. Meten dus. ,,Het staat in ons jaarplan. Dat is goed. We controleren of we gedaan hebben wat we beloofden. Intern hebben we doelen die we willen behalen, maar we gaan verder. Ik vind dat we een verantwoordelijkheid hebben om ook de bedrijven waarin we investeren mee te krijgen. Hoe kijken die aan tegen diversiteit en inclusie. Hoever zijn ze, kunnen we ze helpen? Maar ook: willen ze niet, dan zijn wij niet de goede partner.’’

Een set aan goede voorbeelden. Dat is in wezen het belangrijkste argument dat de NOM heeft om in- en extern aan de D&I-weg te timmeren. ,,Het is logisch dat een divers bedrijf waarin mensen zich thuis voelen, beter presteert. Als iedereen zich gehoord en op zijn plek voelt, dan stijgt het gevoel van geluk en ook de productiviteit. Creativiteit wordt flink bevorderd omdat medewerkers durven te zeggen wat ze denken. De klantenkring wordt uitgebreid als het verkoopteam diverser is. En zo zijn er veel meer voordelen.’’

De NOM is op weg, de horizon is nog een heel eind. ,,Het is zaak om niet in te dutten, om niet snel tevreden te zijn. We moeten nog meer de boer op om over het belang van diversiteit en inclusie te praten. Én we moeten zelf blijven veranderen. Je kunt alleen anderen erop aanspreken, als je zelf het goede voorbeeld geeft.’’

Toolkit D&I
Toolkit D&I

In dit whitepaper leer je:

  • Hoe regel je meer diversiteit en inclusie?
  • Top 5 tools en tips waar je morgen mee aan de slag kan
  • Speciale tips voor ondernemers, investeerders, ecosysteemontwikkelaars, kennisinstellingen en overheid