Voedselwaarde is óók bouwen aan gezonde business
  • Agri&Food
  • Innoveren

Voedselwaarde is óók bouwen aan gezonde business

De eerste twee edities van het landelijke Business Innovation Program Food* zijn zo goed uitgepakt, dat na de zomer de derde editie start. Wat maakt dit programma waardevol? We vroegen het aan twee Noord-Nederlandse deelnemers – Syklus en WeedAway – en aan Gijs van de Molengraft, één van de trainers.

Vanuit de Regionale Ontwikkelings Maatschappijen (ROM’s) signaleert Gijs dat de noodzaak van het verwaarden van groene reststromen steeds meer wordt ingezien. ‘En er zijn ideeën genoeg’, constateert hij, ‘alleen blijkt het vinden van een verdienmodel dé grote uitdaging. De samenleving kijkt verwachtingsvol naar ondernemers, maar een circulaire economie draait alleen als het alle partijen iets oplevert. De kern van het Business Innovation Program Food is daarom het winstgevend maken van initiatieven rondom voedselwaarde. Wij helpen ondernemers hun business case succesvol uit te bouwen.’

Oog voor de markt

Hoeveel impact heeft het intensieve programma van tien weken? ‘De ondernemers reageren enthousiast en diverse deelnemers maken al mooie stappen’, vertelt Gijs. ‘Het is nog te vroeg om de impact in harde cijfers aan te tonen, maar we gaan dit wel structureel meten. Bovendien scherpen wij het programma verder aan op basis van de eerste edities. Zo bleek marktadoptie een thema dat extra aandacht vraagt. Om consistente groei te realiseren, is het zaak om in lijn te werken met waar de markt staat en behoefte aan heeft. Loop je te ver vooruit of focus je te eenzijdig op productontwikkeling, dan mis je de aansluiting. Veel ondernemers bleken zich nog te weinig bewust van de fase waarin de markt zich bevindt en hoe zij daar op inspelen.’

Marktadoptie is precies het punt waar de ondernemers achter WeedAway in Roden veel aan hadden. René Bultje en Gert Maneschijn volgden het Business Innovation Program Food in het voorjaar, om vaart te maken met hun innovatieve agro-robot voor het aanpakken van onkruid op gras- en akkerland. ‘Door kritische vragen kwam naar voren dat wij onze markt nog niet helder genoeg hadden’, vertelt het duo. ‘Het huiswerk was duidelijk: ga maar bellen met boeren om hun behoeften te peilen. Wat bleek? Ze hebben allemaal last van onkruid en willen dat graag zo slim mogelijk aanpakken, maar het mag niet teveel kosten. Om de investering snel terug te verdienen, moet de robot het hele seizoen inzetbaar zijn. Daarom richten we ons nu vooral op loonwerkers: zij werken bij verschillende agrarische bedrijven en kunnen de robot veel intensiever inzetten.’

Onderzoeken en testen

Ook Jacco Kooistra en Christian Visser van Syklus gingen door het Business Innovation Program Food actiever in gesprek met afnemers, om goed hun vragen en behoeften te doorgronden. Waar WeedAway zich met smart farming richt op een milieuvriendelijker productieproces in de agrosector, richt Syklus zich op de verwerking van groene reststromen: met inzet van zwarte soldatenvliegen wordt o.a. groente- en fruitafval verwerkt tot diverse producten voor de diervoederindustrie. ‘Omdat wij door de grote marktvraag al de nodige handel hebben, waren wij vooral gericht op de productie op korte termijn’, vertelt Jacco. ‘We ontdekten in dit programma dat we voor ontwikkeling op lange termijn ook door moeten met onderzoek. Goed uitvragen waar de behoeften van afnemers zitten én meer testen.’

‘Bij de start van het programma was ik wat sceptisch’, zegt Jacco eerlijk. ‘Het leek alsof we het proces dat we met Syklus zelf al hadden doorlopen en dus gingen herhalen, terwijl wij al op zoek waren naar investeerders. Toch hebben we onze waardepropositie nog flink kunnen aanscherpen dankzij de opdrachten en kritische vragen. Ook is onze tijdsbesteding veranderd, nu we door dit programma focussen
op de langere termijn. Insect farming kan richting toekomst echt grote impact maken, mits we dit goed opbouwen. De begeleiding van de NOM en Flinc tijdens dit traject was daarom ook waardevol. Daar ligt een schat aan ervaring en bij contacten met investeerders behoeden zij je voor fouten door je goed te laten nadenken over de aanpak.’

Proces aanjagen

Gert en René van WeedAway waren ook blij dat ze vanaf de zijlijn werden doorgezaagd door de NOM-coaches. ‘Hun aandachtspunten waren geen openbaring voor ons, maar zij jagen vooral het proces van doorontwikkelen heel goed aan, wat focus en scherpte oplevert. Ook de trainers van het Business Innovation Program Food maakten het ons niet gemakkelijk. Het was een intensief traject, waarbij je echt aan de bak moet en dat is precies wat ons verder helpt. Door de praktische opdrachten koppel je theorie meteen aan het zetten van concrete stappen. Het was jammer dat de gezamenlijke sessies wegens de lockdown online waren, want anders hadden we vast vaker een lange nazit gehad. Als ondernemers onderling was er namelijk veel herkenning over de uitdagingen waar je tegenaan loopt. Ook die uitwisseling is veel waard.’

‘We zien inderdaad dat deelnemers ook veel van elkáár leren’, haakt Gijs aan. ‘Elke business case is anders en kent zijn eigen dynamiek en toch spelen er in de kern vergelijkbare uitdagingen. Die basis is waar wij in het programma aandacht aan besteden en waar we zelf qua aanbod ook in blijven ontwikkelen. Over de eerste twee edities zijn we dik tevreden, al blijven we doelbewust stappen maken, omdat voedselwaarde zo belangrijk is. We verzamelen bewijslast dat we met dit programma echt impact maken, waarbij ondernemers verspilling tegengaan op een economisch succesvolle manier. De wil is er zeker: de bevlogenheid die we bij deelnemers zien is groot. Wij zetten dat enthousiasme met ons programma om in realistische doelen en concrete stappen.’

Meebewegen

Het gedrag van ondernemers is volgens Gijs een belangrijke succesfactor: ‘Hoe flexibel zijn ze in hun denken en hoe makkelijk bewegen ze mee in wat nodig is?’ Voor Jacco gaat het meebewegen met Syklus vrij natuurlijk. ‘Ik ben na mijn studie met dit bedrijf begonnen, heb niks te verliezen en sta open om al doende te leren. De marktpotentie is enorm en we delen nu al onze kennis, omdat er veel meer spelers nodig zijn als we met insect farming echt een verschil willen maken.’ Bij WeedAway focussen de ondernemers – naast verdere marktvalidatie – ook op praktijktesten op het land. ‘Loonwerkers willen zien hoe goed de robot werkt’, vertellen Gert en René. ‘We hebben al potentiële klanten die bereid zijn ons product te kopen, maar pas als ze overtuigd zijn van de werking. Dat aantonen heeft de hoogste prioriteit, dan kunnen we verder de markt op.’

*Business Innovation Program Food

Het landelijke Business Innovation Program Food is opgezet door alle Regionale Ontwikkelings Maatschappijen (ROM’s) in samenwerking met de Stichting Samen Tegen Voedselverspilling, Invest-NL en de Rabobank. Doel is ondernemers te ondersteunen in het werken aan voedselwaarde. Dat kan zowel door efficiëntie aan de productiekant – zoals smart farming en smart processing – als door nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen voor reststromen en overschotten.

Aan de eerste twee edities van het innovatieprogramma – najaar 2020 en voorjaar 2021 – deden in totaal 22 ondernemers mee. Zij kregen de kans om in tien weken tijd te bouwen aan een winstgevende business case rondom groene grondstoffen. Na deze zomer start de derde editie, waarbij een nieuwe groep ondernemers hun plannen flink gaan aanscherpen in tien modules vol theorie en praktijkopdrachten. Naast training, advies en landelijke uitwisseling, krijgen de deelnemers begeleiding vanuit de ROM in de eigen regio.

Het voordeel van de ander. Over diversiteit en inclusie
Het voordeel van de ander. Over diversiteit en inclusie

In dit whitepaper leer je:

  • Dat diversiteit en inclusie ondernemingen verder vooruithelpen
  • Hoe moeilijk het kan zijn om je eigen vooroordelen opzij te zetten
  • Welke stappen je moet zetten om werk te maken van meer diversiteit