Bij Topsport NOORD noemen ze zichzelf ‘de vooruitgeschoven post van NOC*NSF in de regio’. Je zou denken: NOC, Olympisch, dat gaat vooral over de prestaties van TeamNL en de stapel gouden medailles in Parijs. Niet helemaal waar. Directeur Evert Jorritsma vertelt over die ándere belangrijke poot van zijn organisatie, die stiekem steeds belangrijker aan het worden is. Niet alleen voor de sporters en sportclubs zelf, in feite voor de hele samenleving: talentontwikkeling. Als het een voetballer was, zou je zeggen: volmaakt tweebenig, die Evert.
‘Als het aan ons ligt, maakt het voor een jong talent niet meer uit waar je wieg staat en hoeveel geld je ouders hebben. Het gaat om kansengelijkheid. De top bereiken mag nooit het alleenrecht voor een bevoorrechte elite worden. We moeten de voorwaarden scheppen, zodat elk jong talent in Friesland, Groningen en Drenthe zich op zijn of haar gemak kan ontplooien. In de eigen omgeving. Daar komt heel veel bij kijken; zoiets kan alleen bovenprovinciaal geregeld worden.
Om de krachten op een slimme manier te bundelen. Net als bij de NOM eigenlijk. Om ons werk goed te doen, moeten we wel samenwerken in het Noorden. Samen met de gemeenten en drie noordelijke provincies. Verbindingen leggen. Anders blijft de aandacht voor talentontwikkeling te versnipperd en de focus te lokaal.’
Topsport NOORD bouwt vooral aan de infrastructuur. Zodat die bereikbaar en betaalbaar is. Iets wat niet vanzelfsprekend is en ook onder financiële druk staat. De extra voorzieningen die nodig zijn voor talenten in de sport, op redelijke reisafstand van je woonplaats. Dat betekent: afspraken maken met plaatselijke onderwijs- en kennisinstellingen, zodat de talenten met een aangepast lesprogramma aan zowel een maatschappelijke als sportieve carrière kunnen werken.
Een compleet Zorgcentrum met medische begeleiding, sportarts, fysio, diëtist, orthopedisch chirurg, voetspecialist, adviezen van het leefstijlcentrum, werken aan ‘prestatiegedrag’ (wat je vroeger mental coaching noemde) en blessurepreventie. Het betekent ook afspraken maken met belangrijke stakeholders op bovenlokaal en regionaal niveau. Iets wat Topsport NOORD samen met de provincies Groningen, Drenthe en Fryslân en de gemeenten Emmen, Groningen, Heerenveen, Súdwest Fryslân en Smallingerland heeft gedaan.
Deze afspraken zijn inmiddels bekend onder de naam Talenthub Noord. Evert maakt graag de vergelijking met ProRail en NS: ‘Wij leggen de rails en de perrons en moeten ervoor zorgen dat het spoor overal even breed is. De sport dat is de NS. Zij bepalen wie in welke trein zit, waar de trein stopt en waar ze in- en uitstappen. Wij doen alles, behalve het spelletje zelf.’ Zo krijgen talenten een reële kans om te ontdekken hoe ver ze kunnen komen. Ga maar na: je moet als ouder in Emmen van een dochter die goed kan schaatsen toch wel bijna knettergek zijn om een paar keer per week in alle vroegte naar Thialf in Heerenveen te rijden? Om meteen een misverstand weg te nemen: Topsport NOORD heeft niet de ambitie om tien Thialfs te laten bouwen.
Uiteindelijk gaan de aller-allerbeste zwemmers nog steeds naar Eindhoven, hardlopers naar Papendal, roeiers naar de Amsterdamse Bosbaan. Maar op het ‘tussenstation’ thuis heb je alvast alle mogelijkheden om de ontdekkingsreis goed te beginnen. Evert geeft als voorbeeld een Groningse student die uitzonderlijk hard kan roeien. ‘Vroeger zou je misschien zeggen: ga maar niet in Groningen studeren, je kunt het beste lekker dichtbij de Bosbaan in Amsterdam wonen, daar traint TeamNL. Nu kunnen we zeggen: alles wat je voorlopig nodig hebt om je te ontwikkelen, is in Groningen aanwezig. Krachttraining, sportarts, aan het einde van het Hoornsediep het nog veel langere Noord Willemskanaal.’
Bijkomend voordeel: kan zo’n student blijven, dan verliest de regio Noord niet onnodig sportief talent én hersens aan de Randstad. Dat gaat verder dan alleen sporten. Topsporters zijn duaal opgeleid (ze combineren werk en studie), ijverig en ambitieus. Die kwaliteiten stoppen niet ineens na hun sportcarrière; ze gaan hier in het Noorden hoe dan ook een aanwinst voor het werkgebied van de NOM betekenen.
Loop je een dagje mee met Evert, dan valt het op: de woorden ‘gouden medaille’ vallen geen enkele keer. Terwijl hij toch geregeld inspirerende lezingen geeft met niemand minder dan Ireen Wüst. Hij praat juist vol vuur over de sport, maar dan ook echt in de breedste zin. Ten eerste is er de groeiende kloof tussen topsport en breedtesport, die dreigt steeds dieper te worden. Oorzaak: beeldschermtijd. Jongeren bewegen minder. Ook daarom is talentontwikkeling steeds belangrijker. Evert: ’Het maakt dan eigenlijk niet uit of je een niet-Olympische sport doet, of voor mijn part uitblinkt op de piano of op het toneel.’
En dan is er nog de zakelijke kant, de economische waarde, waar de regio volop van meeprofiteert. Vraag je aan Evert of topsport een economische factor is, dan zegt hij alleen: ‘100%’. Gemeente Heerenveen liet eens onder haar vier (top)sportpartners, waaronder Topsport NOORD, becijferen wat topsport oplevert. Ze keken uitsluitend naar de harde cijfers (‘geen inschatting, maar met stempel van de accountant in het jaarverslag’), dus bijvoorbeeld de huur van accommodaties. Zo kwamen ze al op ruim 51 miljoen euro per jaar. Vermoedelijk in werkelijkheid veel en veel meer, want nog zonder de lastig meetbare resultaten voor de plaatselijke middenstand, de hotels en wie weet welke bedrijven allemaal nog meer direct of indirect.
Misschien nog wel indrukwekkender, ook weer duidelijk in de breedte: de onmiskenbare maatschappelijke waarde van sport en topsport. Jongeren kunnen zich op allerlei manieren optrekken aan geslaagde rolmodellen. Evert noemt inspiratiewaarde, identificatiewaarde (trots op een streekgenoot, het overnemen van de aanstekelijke winnaarsmentaliteit) en ten slotte ontplooiingswaarde. Resultaat: betere zelfredzaamheid, meer saamhorigheid, soms ook betere cognitieve vaardigheden; topsporters hebben vaak een hbo of wo leer- en denkvermogen. Het draagt allemaal bij aan een vitale samenleving, waar economische kansen liggen.
Nederland telt vijf TeamNL Centra (voorheen CTO). Topsport NOORD met de programma’s in Heerenveen is er daar één van. Daarnaast heeft Topsport NOORD 18 talentontwikkelingsprogramma’s. De overtuiging is: als de infrastructuur klopt en je werkt ook aan de leefbaarheid, dan voelen atleten zich hier thuis. Er geldt eigenlijk hetzelfde als voor de werkgevers in het Noorden: ook al maak je nog zo’n mooi product, als de afzetmarkt en goed personeel ontbreken, ben je nergens.
Bij innovatie zoekt Topsport Noord altijd de verbinding met de breedte. Goed voorbeeld: de drie Topsport Hubs in Heerenveen (Sportstad Heerenveen), Groningen (TsZC Omnium) en Emmen (Beweegcampus). Deze plekken fungeren als een soort openbare kliniek, voor alle inwoners beschikbaar. Met de disciplines die we allemaal wel eens nodig hebben, topsporter of niet. Wat meespeelt: traditionele ziekenhuizen ondervinden ook de uitdagingen van de snel veranderende markt en toenemende zorgkosten. Aan hen wordt ook gevraagd om steeds meer kwaliteit te leveren, zonder dat er onnodig met kosten en wachtlijsten wordt gewerkt.
Topsporters hebben bij een pijntje baat bij uitsluitsel binnen 24 uur. Door gezamenlijk op te trekken kun je verbindingen leggen waarin we enerzijds door de te creëren massa de totale kosten efficiënter kunnen inzetten en anderzijds door kennis te delen vanuit de topsport ook aan de kwaliteit en innovatie kunnen werken. Bij Omnium maak je het complete rondje dat anders weken kan duren: consult, foto’s maken, naar de kniespecialist. Het mes snijdt aan twee kanten, want zonder de patiënten uit de breedte zou Omnium nooit een dure MRI-scan kunnen aanschaffen.
Ook de innovaties in de sport vinden soms prachtig hun weg de breedte in. In de aanloop naar de Olympische Spelen van het warme en vochtige Tokyo liet TeamNL/NOC*NSF met partners, hun medische staf en bewegingswetenschappers onder andere een klimaatkamer maken. En koelvesten om de lichaamstemperatuur omlaag te brengen.
Het project ‘Thermo Tokyo’. ‘Toen de Spelen van 2020 vanwege corona ineens niet doorgingen, doneerden we de koelvesten aan ziekenhuizen, voor het razend drukke IC-personeel dat in zware omstandigheden vol moest zien te houden. Als verpleger op de IC moest je een zweterig beschermingspak aan; met onze koelvesten lukte het om dat de hele dag aan te houden. We boden bovendien onze sportpsycholoog aan om iets te vertellen over ‘presteren onder druk’. Mooi toch, als het zo werkt?’
Deze cookies zorgen ervoor dat deze website naar behoren functioneert. Ook houden we met deze cookies anoniem website statistieken bij. Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn, kunt u ze niet weigeren zonder de werking van de website te beïnvloeden. U kunt deze cookies blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen, zoals beschreven in ons privacy statement.
Deze cookies verzamelen informatie die wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn. Ook helpen deze cookies ons om deze website aan te passen en zo uw gebruikservaring te kunnen verbeteren.
Met deze cookies kan uw surfgedrag worden gemonitord door advertentienetwerken waardoor we advertenties kunnen tonen op basis van uw interesses en surfgedrag. Ook voeren deze cookies functies uit waarmee onder andere wordt voorkomen dat dezelfde advertentie voortdurend verschijnt.