Twee blinkende nieuwe torens werden afgelopen jaar in gebruik genomen. Holland Malt verdubbelde daarmee de productiecapaciteit in de Eemshaven. Bijzonder, want niet zo lang geleden was het bankroet van de mouterij nog nabij.
NOM kijkt om: Hoe gaat het eigenlijk met de bedrijven waar NOM in het verleden mee heeft samengewerkt? In deze rubriek kijken we samen met ondernemers terug naar de ontwikkeling tussen toen en nu.
‘Als we klanten hier rondleiden, dan zie je de bewondering. Dit is een ultramoderne omgeving, state of the art’, vertelt Willem Swinkels. Hij is CFO van Holland Malt, dat twee mouterijen heeft in Nederland. Eén in Lieshout, en een grotere in de Eemshaven. ‘We hebben bij de bouw de nieuwste technieken toegepast. Duurzaamheid en efficiëntie zijn leidend. Ja, en dat wij zo veel roestvast staal gebruiken, dat is gewoon ook mooi en zeer hygiënisch.’
Een rondleiding door het 55 meter hoge gebouw is ronduit indrukwekkend. De cijfers zijn om van te duizelen. Dit jaar wordt in de Eemshaven zo’n 280.000 ton mout geproduceerd voor de internationale biermarkt, een verdubbeling ten opzichte van een paar jaar geleden. ‘We hebben ambities, willen eigenlijk nog meer’, zegt Swinkels. ‘Als de omstandigheden hier nog beter worden, breiden we ongetwijfeld verder uit in de nabije toekomst.’
Holland Malt streek in 2003 neer in de Eemshaven, op een moment dat het landschap er nog heel anders uitzag daar. De energiecentrales waren er nog niet, van de hoge industrialisatiegraad was nog geen sprake. Tóch koos het familiebedrijf voor deze locatie. En daarbij ging het niet over één nacht ijs. Vanuit de NOM was Wim A,B. nauw bij dat proces betrokken. ‘Voor ons was de komst van Holland Malt spectaculair, het begin van de opleving van de Eemshaven.’
‘Ik kan me herinneren dat we best wat concurrentie hadden, uit binnen en buitenland. Wat je dan doet, is zorgen voor een goed gevoel, voor vertrouwen dat de Eemshaven de beste keuze is. Naast uiteraard blijven hameren op de grote voordelen. De diepzeehaven, de regionale betrokkenheid, de positieve rol van Groningen Seaports, de aanwezigheid van energie en ook de schone lucht. Het feit dat Agrifirm als belangrijke toeleverancier vooral in het Noorden actief is, hielp enorm mee. En onze financiering ook.’
De plek bevalt kennelijk zo goed, dat afgelopen jaren heel veel in de mouterij werd geïnvesteerd. Plantmanager Marco van Dun: ‘Onze efficiency is ermee fors gestegen. Door nieuwe technieken konden we in de nieuwbouw verder automatiseren. We hebben bijvoorbeeld geen mensen meer nodig die uren de weekkuipen staan schoon te spuiten. Dat gaat nu volautomatisch. Het systeem van multiple sourcing van de gerst en het blenden vanuit ons silocomplex stelt ons in staat op elk moment de door de klant gewenste blend van moutsoorten te leveren. Dat maakt ons flexibel.’
Dat past allemaal in de groeiambitie van het bedrijf in een lastige markt. Swinkels: ‘De marges zijn klein. We moeten het hebben van een hoge efficiëntie en de beste kwaliteit. Dat gaat nu heel goed. Vanuit de Eemshaven gaat onze mout de wereld over.Als we China, dat vooral zijn binnenlandse markt bedient, even buiten beschouwing laten, staan we in de top zeven van grootste mouterijen wereldwijd. Als je ergens op aarde een biertje drinkt, is de kans aanzienlijk dat je ons product tot je neemt.’
Nu gaat het heel goed, maar hoe anders was dat in het begin. De kinderziektes aan de technologie van de installatie bleken hardnekkig. Swinkels: ‘We hadden een op papier geweldig plan. De hele vloer zou om een as draaien om het kiemproces optimaal te maken. In de praktijk liepen we continu tegen technische moeilijkheden aan.’
Met grote gevolgen. Het beloofde mout kon niet aan klanten worden geleverd. Kosten liepen op, inkomsten liepen achter. ‘Alles zat tegen. De wereld belandde ook nog eens in een kleine crisis waardoor de vraag afnam. Het was echt kantje boord of we het zouden redden. In 2007 zaten we heel dicht tegen een faillissement aan. Het is door een goede reorganisatie dat we overleefden. We gingen in survivalmode en langzaam maar zeker konden we de kwaliteit en efficiency verhogen. Het is pas sinds 2014, 2015 dat we echt sprongen maken en de mouterij goed loopt.’
Zo goed dus, dat plannen voor de verdubbeling van de capaciteit op tafel kwamen. ‘Twee jaar lang hebben we in de markt getest of de vraag groot genoeg was. Het antwoord is ja. Dat heeft ook met de ontwikkelingen in de wereld te maken. De bevolking groeit, de vraag naar bier stijgt langzaam. Belangrijk is de ontwikkeling van speciaalbieren, die meestal meer mout bevatten. De groei daarin helpt ons. Dus ja, het moment van de uitbreiding viel perfect, we kunnen ons extra aanbod direct kwijt op de markt.’
Wanneer in de Eemshaven de volgende uitbreiding realiteit wordt, is de vraag. Swinkels: ‘Heel eerlijk gezegd had ik gehoopt en verwacht dat de infrastructuur hier al beter zou zijn. Ik vind dat er echt snel een containerterminal moet komen. Wij moeten onze containers nu nog via Westerbroek verladen. Dat is in alle opzichten onwenselijk. Voor onze kostenstructuur, en vanwege het duurzaamheidsstreven.’
‘In het verlengde zou snel werk gemaakt moeten worden van een warmtenet. Wij gebruiken voor het moutingsproces heel veel warme lucht, waarvoor we aardgas gebruiken. Terwijl ik even verderop de warme lucht vanuit de energiecentrales zo de lucht in geblazen zie worden. Een uitwisseling ligt voor de hand, maar is kostbaar. Het zou goed zijn als de NOM daarin iets kan betekenen, misschien subsidies kan lostrekken. Want voor ons als bedrijf zijn dat dé thema’s van de toekomst: logistiek en energie. Als dat nog wat beter voor elkaar is, dan groeien we hier gewoon hard door. De Eemshaven heeft veel mee, de kansen zijn groot. Laten we die verzilveren.’
Om mout – één van de ingrediënten van bier – te maken, is allereerst gerst nodig. Bij Holland Malt wordt dat aangevoerd over zee vanuit het buitenland en met vrachtwagens vanuit het nabije binnenland. Eerst worden de gerstkorrels schoongemaakt, daarna worden ze één dag geweekt in water terwijl het gerstmengsel wordt belucht. Het kiemingsproces komt zo langzaam op gang. Vervolgens hebben de korrels een warme, vochtige, lichte omgeving nodig om verder te kiemen. Na vijf dagen is het kiemingsproces voltooid waarna de gekiemde korrels naar de droogruimte gaan, waar het kiemingsproces stopt en het vochtgehalte wordt verlaagd. En zo is gerst veranderd in mout en kan het verpakt naar de brouwerijen in de wereld worden gestuurd.
Deze cookies zorgen ervoor dat deze website naar behoren functioneert. Ook houden we met deze cookies anoniem website statistieken bij. Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn, kunt u ze niet weigeren zonder de werking van de website te beïnvloeden. U kunt deze cookies blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen, zoals beschreven in ons privacy statement.
Deze cookies verzamelen informatie die wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn. Ook helpen deze cookies ons om deze website aan te passen en zo uw gebruikservaring te kunnen verbeteren.
Met deze cookies kan uw surfgedrag worden gemonitord door advertentienetwerken waardoor we advertenties kunnen tonen op basis van uw interesses en surfgedrag. Ook voeren deze cookies functies uit waarmee onder andere wordt voorkomen dat dezelfde advertentie voortdurend verschijnt.