Het fonkelnieuwe UMCG Protonentherapiecentrum opende in januari haar deuren, na een intensief traject van onderzoek, planvorming, financiering, maatschappelijk debat en realisatie. Directeur Bert-Jan Souman is trots en blij, vooral voor de eerste lichting patiënten. ‘Mensen met kanker de best passende behandeling bieden, dáár draait het allemaal om.’
‘Met protonentherapie kunnen we tumoren veel nauwkeuriger bestralen, zodat schade aan het gezonde weefsel wordt voorkomen of beperkt. Dit is vooral van belang voor patiënten bij wie er een verhoogd risico bestaat op bijwerkingen en gevolgen op de lange termijn. Denk aan kinderen, maar ook aan mensen met lastig te behandelen tumoren in het hoofd- en halsgebied. Voorheen was protonentherapie niet beschikbaar in Nederland en moesten deze patiënten uitwijken naar het buitenland, of bekijken wat mogelijk was met gangbare radiotherapie.’
‘Het UMCG doet al meer dan tien jaar wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van protonen. We willen in de frontlinie staan als het gaat om zorg en technologie, zodat ook patiënten in Noord-Nederland de best mogelijke behandeling krijgen. Er is al veel bewijs voor de toegevoegde waarde van protonentherapie. Op basis van resultaten in het buitenland en zorgvuldig doorgerekende voorspellingen vinden wij dat deze behandeling beschikbaar moet zijn binnen ons oncologisch zorgaanbod.’
‘In samenspel met de acht Nederlandse universitaire medische centra heeft het ministerie van VWS in 2013 bepaald dat er vier centra voor protonentherapie komen: in Groningen, Delft, Maastricht en Amsterdam. De zorgverzekeraars stelden de noodzaak hiervan ter discussie en de vraag over marktwerking in de zorg, kwam op scherp te staan: wie heeft het voor het zeggen als het gaat om de introductie van nieuwe technologie in de medische sector?
Helaas leidde de manier waarop dit debat werd gevoerd tot vertraging en onnodige concurrentie, terwijl we met samenspel meer winst hadden geboekt in dit hele traject. Maar het eerste centrum – bij ons in Groningen – is nu een feit en daar zijn we trots op. Met de zorgverzekeraars zijn op basis van de landelijke regeling heldere afspraken gemaakt over de vergoeding van protonentherapie.’
‘Deze behandeling heeft lang niet voor elke patiënt meerwaarde en is bovendien nog beperkt beschikbaar. Dat komt door het – tot en met 2020 – gestelde maximum van 2.200 patiënten per jaar in Nederland, waarvan 600 in ons centrum behandeld mogen worden. Artsen bepalen op basis van landelijke indicatieprotocollen en rekenmodellen of therapie met protonen passend is voor een patiënt. Omdat we met een protonenbehandeling het gezonde weefsel zoveel mogelijk sparen, zijn kinderen een belangrijke doelgroep. Wij zijn het enige centrum in Nederland dat kinderen gaat behandelen, in samenwerking met het Prinses Máxima Centrum in Utrecht.’
‘De radiotherapie zoals we die kennen is van grote waarde. Jaarlijks worden tienduizenden patiënten bestraald met fotonen, waarbij complexe bestralingstechnieken worden toegepast. Voor het grootste deel van de mensen met kanker is dit een prima therapie.
De behandeling met protonen is echt een aanvulling voor gevallen waarbij er verhoogde risico’s op bijwerkingen zijn. In de toekomst verwachten we wel een toename van het aantal patiënten dat we mogen en kunnen behandelen. De technologie ontwikkelt zich snel en wordt bovendien ook financieel toegankelijker.’
Wat betekent dit centrum voor Noord-Nederland? ‘Patiënten met kanker kunnen in hun eigen regio terecht voor de best mogelijke zorg. Met deze aanvulling is ons oncologisch zorgaanbod up-to-date. Daarnaast levert het in de komende jaren zeker vijftig nieuwe banen op. We voeren onze maximale capaciteit van 600 patiënten per jaar gefaseerd in en het personeelsbestand groeit daarin mee, van radiotherapeuten, laboranten en klinisch-fysici tot ICT’ers en medewerkers patiëntenservice. Interessant is ook dat onze protonenfaciliteit over een geïntegreerd fysisch, biologisch, klinisch en economisch onderzoeksprogramma beschikt, gericht op het verbeteren van de klinische effectiviteit.’
Hoe onderscheidend is Groningen ten opzichte van andere centra? ‘We zijn de eerste in Nederland, maar in vergelijking met centra voor protonentherapie in Europa en Amerika beschikken wij over de nieuwste apparatuur én over een optimale workflow. Tijd is kostbaar en we willen die dure apparatuur zo efficiënt mogelijk inzetten. We zagen bij andere centra dat dit beter kan, daarom hebben wij een slimme routing ontwikkeld en die uitgebreid getest tijdens simulaties.
Nu komt het aan op de praktijk, waarbij we uiteraard scherp blijven op de kosteneffectiviteit. Want juist om te kunnen focussen op patiënten en hun behandeling, is een gezonde bedrijfsvoering noodzakelijk.’
Het Protonentherapiecentrum is een hospital-based faciliteit op het terrein van het UMCG en vormt een integraal onderdeel van het Comprehensive Cancer Center. Een paar weetjes & cijfers:
De totale investering van 62 miljoen euro is mede mogelijk gemaakt door Investeringsfonds Groningen. Fondsmanager Jan Martin Timmer legt kort en krachtig uit waarom: ‘Dit centrum is maatschappelijk van grote waarde en weerspiegelt de ambitie van Noord-Nederland.’
Deze cookies zorgen ervoor dat deze website naar behoren functioneert. Ook houden we met deze cookies anoniem website statistieken bij. Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn, kunt u ze niet weigeren zonder de werking van de website te beïnvloeden. U kunt deze cookies blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen, zoals beschreven in ons privacy statement.
Deze cookies verzamelen informatie die wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn. Ook helpen deze cookies ons om deze website aan te passen en zo uw gebruikservaring te kunnen verbeteren.
Met deze cookies kan uw surfgedrag worden gemonitord door advertentienetwerken waardoor we advertenties kunnen tonen op basis van uw interesses en surfgedrag. Ook voeren deze cookies functies uit waarmee onder andere wordt voorkomen dat dezelfde advertentie voortdurend verschijnt.