Lang leve de 4e industriële revolutie! Of zijn we al bij 5?
  • HTSM
  • Innoveren

Lang leve de 4e industriële revolutie! Of zijn we al bij 5?

De eerste industriële revolutie, die danken we aan de stoommachine. De teller staat intussen al op vier, dankzij de nieuwste toepassing van digitalisering: in de maakindustrie kunnen machines en processen nu zelfstandig en intelligent met elkaar ‘communiceren’. Smart Industry of Industry 4.0 mag je het dan noemen. In Hoogeveen-Noord zijn ze alweer twee stappen verder, dankzij de extra’s duurzaamheid en circulariteit. Wido van den Bosch van Brink Industrial vindt ‘zijn’ overtreffende trap, de versie Industry 5.0 al heel normaal. En het werkt! Hij is pas tevreden als hij iedereen heeft overtuigd van de urgentie: ‘Ik ben geen idealistische zendeling, ik ben een Believer!’

Voorpret in de aanloop naar dit artikel. Bij zoveel slimme innovatie sla je aan het fantaseren. Over een bezoek aan een hightech campus in Eindhoven of Twente. Een ongenaakbaar gebouw vol cleane, witte ziekenhuisruimtes, waar smetteloze Japanse robots de dienst uitmaken. De routeplanner stuurt ons naar de Voltastraat in Hoogeveen. Het pand van Brink Industrial is grijs en bescheiden. Netjes, maar niet iets om de architectuurprijs mee te winnen. Binnen kantoren zonder veel opsmuk, aardige mensen met een lach op hun gezicht. Maar beneden op de werkvloer, daar staat hij …

Een splinternieuwe, zelfdenkende, autonome productiestraat. Zo’n 40 meter lang. Alleen even een portie dunne metalen platen klaarzetten, een beetje zoals je papier in de la van een printer doet. Een tweede, nog iets geavanceerdere productiestraat is bijna klaar; binnenkort maken ze ruimte voor nummer drie. Met een druk op de knop doet het systeem zijn voorgeprogrammeerde werk: lasersnijden, gaatjes ponsen, buigen, een opstaand randje vouwen, kwartslagje draaien voor het volgende randje – en dan snel weer door met de grijper naar de volgende bewerking. De volautomatische klusmachine kan zichzelf in 3 seconden instellen waar bij een traditionele machine een medewerker een half uur bezig is. Foutloos en zonder middagdip, als het moet dag en nacht lang. Andere klus tussendoor? Dat heet in vakjargon ‘het vermogen om chaotisch te werken’. Geen centimeter materiaal gaat verloren.

Directeur Wido van den Brink legt uit: ‘Dat is misschien wel het grootste verschil. Deze manier van werken vergt heel weinig menselijk handelen. Je houdt in feite twee soorten personeel over: hoogopgeleide mensen die de lijn programmeren en laagopgeleide mensen die de lijn voeden en weer leeghalen. Het nostalgische begrip Vakmanschap is Meesterschap dat gold voor mts-leerlingen, het middendeel, dat zie je niet zoveel meer. Er is bijna geen aanwas meer, dus we moesten ook wel. Het vakmanschap zit bij ons in de machine.’

‘Het energieverbruik is 80% lager dan bij traditioneel werken. We maken hier 1.000 verschillende dingen voor 100 verschillende klanten. Van onderdelen en halffabricaten zoals kleine ophangbeugeltjes tot aan complete serverbehuizingen, ventilatoren, onderdelen voor machines en lockerkasten voor op school of in de kantine. Je kunt het zo gek niet bedenken, of wij maken het, in grote aantallen. De basis is altijd dun plaatmateriaal, dat is de enige overeenkomst.’

Never waste a good crisis

‘Dit is een uitgelezen moment om ons te bezinnen op de toekomst. We kregen de afgelopen jaren nogal wat voor de kiezen als ondernemers: corona, oorlog, grondstoffenprijzen, energiecrisis, krapte op de arbeidsmarkt. Daardoor kregen veel bedrijven problemen in de supply chain. Een schip dat klem zit in het Suezkanaal en jaren later hebben we nog te weinig chips. Grote partijen staan compleet stil omdat ze twee kleine elementen niet in huis hebben. Ze vragen zich nu af: waarom gaan we niet dichter bij huis produceren? Dan heb je meer grip en ben je flexibeler; er hoeft niet eerst een container met onderdelen uit Azië te komen.’

Lang leve de 4e industriële revolutie! Of zijn we al bij 5?

Alles begint met de letter R

Wat is er eigenlijk zo urgent aan de komst van Industry 5.0 volgens Wido? Hoogstaande technologie gecombineerd met duurzaamheid: ‘Alles draait om het voorkomen van onnodige verspilling. Dat is wat mij betreft de simpelste definitie van circulair. Alleen zo maak je je bedrijf futureproof. Het VANG-principe is de basis van het circulaire beleid: Van Afval Naar Grondstof. Het schrijft voor dat je afval moet scheiden bij de bron. Wij proberen ons hier te onderscheiden met onze afvalbakken van A-merk Lune. Ze staan onder andere in het Rijksmuseum, het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum. Mensen denken soms even dat ze bij de collectie horen, zo mooi zijn ze. Strakke bamboe deksel, stevige behuizing van gerecycled metaal. Je ziet ze ook wel op het vliegveld: open bakken met een paar losse compartimenten om afval te scheiden.

Wat de producten van Lune zo slim en duurzaam maakt? Een goed voorbeeld is de opkomst en ondergang van het plastic bekertje. Dat icoontje stond als één van de wegwerpopties op onze bakken, herkenbaar aan een ‘fractie’ in een afwijkende kleur. Plastic bekertjes mogen nu helemaal niet meer. Vroeger zou je zo’n afvalbak dan in zijn geheel moeten afdanken, omdat alles onlosmakelijk aan elkaar gelast of gelijmd zat. Wij maken ze nu zo, dat alles met een kleine handeling te vervangen is. Modulair noemen we dat. Stuk voor stuk losse onderdelen van een duurzame kwaliteit, waarmee je moeiteloos kunt ‘refurbishen’ en aanpassen. Nieuw icoontje erop schroeven, nieuwe tekst, andere kleur opening en klaar. Gaat weer jaren mee. Het past perfect in het rijtje met de 10 R’en van de circulaire economie: Recycle, Refurbish (opknappen voor een tweede jeugd), Reuse (hergebruiken), Reduce, Recover, Repurpose, Repair, Remanufacture, Refuse, Rethink. Heb ik er zo 10? Hoe hoger je komt op de R-ladder, hoe lager het gebruik van kostbare grondstoffen.’

‘Er is nog een kenmerk van circulaire economie; dat is het businessmodel dat je bedenkt. We zien nu een trend dat gebruik belangrijker wordt dan bezit. Waarom zou je iets aanschaffen als je ook voordelig en gemakkelijk iets kunt huren of leasen? Je ziet het op allerlei terreinen: deelauto’s bijvoorbeeld. Dus dat doen wij ook als er vraag naar is. De ervaringen bij Lune brengen we in praktijk bij Brink Industrial. Ik vraag van onze verkopers om in elk verkoopgesprek in ieder geval iets te vertellen over circulaire economie. Eerder mogen ze niet weg.’

Timing

Waarom landt het dan nog niet bij iedereen, dat deelnemen aan een gezonde, circulaire economie? ‘Het was vooral onbekend. Dat begint nu te komen. Ingrijpende veranderingen komen niet altijd goed uit. Ik kan me voorstellen, dat als je orderportefeuille lekker vol zit, alles loopt op rolletjes, dat je dan twijfelt om de knop om te zetten. Wij hebben ook zo’n buikpijnmoment gekend. De dag dat onze peperdure autonome productiestraat werd geleverd, was 16 februari 2020. De modernste machine van de Benelux, die stond ineens in onderdelen op de stoep. Uitgerekend de dag dat de coronapandemie Nederland bereikte. Gelukkig is het allemaal goed gekomen.

De financiële prikkel kan gaan helpen; je concurreert vaak met het buitenland op uurtarief. Het gebrek aan geschikte vakkrachten, dat kan ook de doorslag gaan geven. De aandacht voor duurzaamheid is er echt wel; bij de overheid is het bij een aanbesteding al gewoonte om te eisen dat je iets vertelt over circulariteit. Huizen met een ongunstig energielabel worden minder goed verkocht. Voor ondernemen geldt: je moet eerst begrijpen dat de urgentie er is, voor het voortbestaan van je bedrijf. En o ja, de aarde! Die kunnen we niet oneindig blijven uitputten. Ik kijk daarbij naar het economische perspectief; we zijn geen geitenwollen sokken club. Ik heb als werkgever ook de verantwoordelijkheid dat iedereen thuis brood op de plank heeft. Het is geen hobby, het is voor ons business.’

De belangrijkste les van al dat ondernemen?

‘Je moet het gewoon doen. Just do it. Zo staat het ook op mijn LinkedIn profiel. Er zit maar één ding op: je moet ermee aan de slag gaan, met die circulariteit. Het komt niet vanzelf binnenwandelen. Eerst begrijpen hoe de theorie in elkaar zit en dan gewoon toepassen. Het kon niet anders. Toen ik dit bedrijf kocht, stonden we onder water. We draaiden verlies. Je hebt de oude boerenwijsheid: als je blijft doen wat je deed, krijg je wat je kreeg. We besloten om niet veel te discussiëren of ellenlange projectvoorstellen te schrijven, nee, we zijn het gewoon maar eens gaan proberen. Want al doende leert men. Door schade en schande wijs worden. Het klinkt misschien flauw, maar je kunt op YouTube leren fietsen, maar dan val je buiten op straat nog steeds van je fiets af. Wij zouden zeggen: spring op het zadel en leer hoe je je evenwicht kunt bewaren. We gaan hier heus niet over één nacht ijs, maar we zijn ook geen universitair onderzoeksinstituut waar je jaren over een zoektocht mag doen, voordat er een besluit komt.

Voor onze machines geldt: bewust het meest geavanceerde wat je kunt kopen. Je moet wel zorgen dat je een bepaalde basiskennis hebt. Wij kwamen in de positie dat we konden investeren. Goed voor een enorme sprong in onze ontwikkeling.’ Het had toch ook best fout kunnen aflopen? ‘Ja, maar dat is ondernemen, toch?’

Lang leve de 4e industriële revolutie! Of zijn we al bij 5?

Tijden veranderen, dus ook de taken bij de NOM. Alex Berhitu is ‘ecosysteembouwer’.

Hij brengt bedrijven en kennisinstellingen bij elkaar, zodat ze elkaar kunnen versterken. De NOM wil bedrijven helpen bij innovatie en ontwikkeling, zodat ze gereed zijn voor groei. Heel actueel en heel dringend is de transitie van lineair naar circulair. Alex vertelt: ‘Brink Industrial is daar al enorm ver in; zeg maar gerust koploper. Ze bieden zelfs aan om anderen daarbij te steunen. Eigenaar Wido van den Bosch speelt ook een rol in ons programma Noord-Nederland Verdient Circulair. In dat programma zijn er overigens diverse organisaties die ondersteuning kunnen bieden. Wat kun je in de praktijk zelf meteen al doen, als ondernemer? Je zou bijvoorbeeld een machinepark kunnen delen met iemand anders, zeker als je het (nog) niet 24 uur per dag volledig nodig hebt. Of in plaats van ieder voor zich werken in bijvoorbeeld 5 assemblagehallen (die ook nog eens alle 5 verwarmd moeten worden) alle activiteiten samenvoegen in 1 centrale hal. Zoals ze dat bijvoorbeeld ook bij Technologies Added in Emmen doen. Meteen ook een stuk efficiënter wat logistiek en inzet van mankracht betreft.’