Dairy Campus
  • Agri&Food
  • Innoveren

Laaghangend fruit is eerste stap om stikstofemissie te reduceren

Er is niet één gouden ei nodig om de benodigde stikstofreductie in de veeteelt te behalen. We moeten verschillende eieren in het mandje stoppen. Dát die eieren er zijn, werd op 6 oktober wel duidelijk tijdens een bijeenkomst op de Dairy Campus Leeuwarden.

Bezoekers bijeenkomst Dairy Campus op 6 oktober

Laaghangend fruit. Onder die benaming zegden de noordelijke provincies subsidies toe aan managementmaatregelen die op een ‘makkelijke manier’ helpen het stikstofprobleem op te lossen. Meer dan duizend aanvragen kwamen er binnen, miljoenen aan steungeld werden verstrekt. Maar is dat een zinvolle besteding gebleken? Dat was in wezen de kernvraag tijdens de drukbezochte bijeenkomst.

Het eerlijke antwoord? Dat weten we pas over een paar jaar, als alle tests, experimenten en proeven zich bewezen hebben. Of niet. Dat het er goed uitziet, is zeker. Enkele van de uitgewerkte – en inmiddels in praktijk gebrachte – ideeën beloven veel. Tot vijftig procent reductie van uitstoot wordt er op papier soms gehaald. In de praktijk moeten die goede vindingen naast elkaar worden gebruikt, om écht impact te hebben. ‘In 2035 is dit probleem opgelost. Dankzij het stapelen van de vindingen die we hier gehoord hebben, maar ook omdat er veelbelovende nieuwe technieken zitten aan te komen', vertelt bodemkundige Wim Bussink. Hij is projectmanager bij het Nutriënten Management Instituut (NMI).

Zout

Maatregelen die boeren snel zouden moeten kunnen treffen, passeerden op de Dairy Campus de revue. Zoals het rantsoeneren van eiwitten in veevoer. Kan zo tien procent uitstoot schelen. Of het met water schoonsproeien van stalvloeren. Daar hangt een reductieverwachting aan tot 25 procent. Meer weidegang is een idee dat getest wordt. Dat kan resulteren in een stikstofuitstootafname van maximaal twintig procent. Magnesiumchloride sproeien over mest heeft de potentie om zo’n vijftig procent reductie te halen. Het zijn enkele van de kansrijke initiatieven waarover een zaal vol geïnteresseerden meer te horen kreeg.

Om met die laatste te beginnen: Nedmag en Farmin experimenteren al een aantal jaar met het gebruik van magnesium, in samenwerking met NOM en WUR (Wageningen University & Research). Dat werkt zo: magnesium legt ammoniak vast in het kristal struviet, zodat de stikstof niet de lucht in gaat maar beschikbaar blijft voor het gewas op het land.

In 2035 is dit probleem opgelost. Dankzij het stapelen van de vindingen die we hier gehoord hebben, maar ook omdat er veelbelovende nieuwe technieken zitten aan te komen.

Wim Bussink, projectmanager Nutriënten Management Instituut (NMI)

‘We hebben tijd nodig, dan weet ik zeker dat we vijftig procent reductie halen met minder materiaal dan we nu experimenteel gebruiken’, zegt Anko Vos. Hij is bij het project betrokken namens zoutproducent Nedmag.

WUR-onderzoeker Hendrik Jan van Dooren is ook optimistisch. ‘De verlaging van stalemissies is fors. We verwachten op het land hetzelfde. Nu is het zaak door te gaan met experimenteren met verhoging van de frequentie waarmee magnesium over de mest wordt gesproeid en ook met het verlagen van de dosering.’ Van Dooren ziet het project met magnesium niet als het Gouden Ei, maar wel als een goed toepasbare optie in de waaier van maatregelen die genomen kunnen of moeten worden.

Een ander project waarmee al resultaten worden gehaald, is dat van het met water schoonsproeien van stalvloeren. Door simpelweg water over de roosters te druppelen, of van bovenaf te sproeien, kunnen emissiereducties tot veertig procent worden gehaald. In de laatste proeven werd per vierkante meter dertien liter water per dag gespoeld. Jeanet Brandsma (WUR): ‘We hebben al flink getest en zien goede uitkomsten. Nu is het zaak na te gaan hoe het staat met de diergezondheid en bedenken wat voor water we het best kunnen gebruiken.’ Want de hoeveelheid aan water die hierbij benodigd is kan weer tot andere uitdagingen leiden.

Bijeenkomst Dairy Campus 6 oktober

Regen

Elke drie kwartier regent het drie minuten in de stal van melkveehouder Arjan Schrijver. Hij is één van de boeren die meedoen aan dit project. ‘Ik wil gewoon meedenken over manieren om uitstoot te verlagen, en dit leek me een mooie, eenvoudige oplossing. Mijn koeien hebben er op het eerste gezicht geen last van. Maar door de grote hoeveelheid benodigd water moet ik soms wel nadenken hoe ik de verdunde mest opsla.'

En dan ging er nog aardig wat subsidie naar mestrobots, waarvan de resultaten in eerste instantie wat lijken tegen te vallen. Dan is het verminderen van eiwit in het rantsoen van koeien een beter idee, zo lijkt het. Melkveehouder Jan Roelof Jalvingh uit Ruinerwold heeft er ervaring mee. ‘Het werkt logisch: wat er niet ingaat, komt er niet uit. Het is nu een kwestie van sturen naar de juiste verhouding.’

Onderzoeker Paul Galama (WUR) zet de experimenten voort. ‘Je moet met veel rekening houden. Verschillende bodemsoorten, verschillende grassoorten, dat heeft allemaal invloed op het aantal eiwitten dat een koe minimaal nodig heeft. Maar intussen is het ons gelukt om onder het landelijke laagste gemiddelde te zakken als het gaat om het voeren van eiwitten. En dat betekent minder uitstoot aan het eind van het proces.’

Geen van deze mooie oplossingen gaat eigenstandig het stikstofprobleem oplossen, zo werd wel duidelijk. We moeten het zoeken in een combinatie. Minder eiwit in het voer, spoelen met water of sproeien met magnesiumchloride en daarna nog een mestrobot erover. Zoiets. Misschien dat experimentele samenvoegingen iets zijn voor de volgende tranche van de investeringsregeling. ‘Dat is wat agrariërs willen: investeren en innoveren. Als wij daar iets aan bij kunnen dragen, dan moeten we dat doen. Ook om het verdienmodel van de boeren overeind te houden’, vindt de Groningse landbouwgedeputeerde Henk Emmens. Hij wil dat de nieuwe subsidieronde zo snel mogelijk weer wordt opengesteld.

V.L.N.R. ALEX BERHITU, MARIEKE MOSSINK (MINISTERIE VAN LNV), WIM BUSSINK (NMI), DIRK BRUINS (LTO NOORD) EN HENK EMMENS (GEDEPUTEERDE PROVINCIE GRONINGEN)
V.l.n.r. Alex Berhitu, Marieke Mossink (ministerie van LNV), Wim Bussink (NMI), Dirk Bruins (LTO Noord) en Henk Emmens (gedeputeerde provincie Groningen)

22,5 miljoen

Die regeling bestaat alleen in Noord-Nederland trouwens. De kans dat er een verlenging komt is groot, laat Marieke Mossink van het ministerie van LNV weten. ‘De interesse in het Noorden is groot,er is veel op ingetekend, dus ik heb grote hoop dat we doorgaan. Intekenen kan weer vanaf februari.’

Veel innovaties, veel experimenten, veel onderzoekers, bedrijven en boeren die actief bezig zijn met ideeën om de stikstofuitstoot te verminderen. Dat is alvast een resultaat van de investeringsregeling in de noordelijke provincies. Het besef dat er iets moet gebeuren is er, de wetenschap dat er dingen kúnnen komt daar snel bij.

‘We hebben nu 22,5 miljoen ter beschikking gesteld in de eerste twee tranches’, zegt Pieter Helfferich van de provincie Fryslân. ‘Daar komt de derde straks bij. Ik hoop dat we halverwege 2024 kunnen zien wat dat cijfermatig heeft opgeleverd. Dan weten we hoeveel elke kilo reductie ons heeft gekost. Alleen al het stimuleren van boeren om hiermee te gaan ontwikkelen en vernieuwen vind ik trouwens de moeite waard.’

‘Kortom wanneer we met alle welwillende partijen afspreken er een schepje bovenop te doen, dan gaan we met een mix van de vandaag gepresenteerde maatregelen een flinke hap nemen uit de stikstofemissie en schoppen we vanuit Noord-Nederland een flinke deuk in een pakje boter’, concludeert dagvoorzitter Alex Berhitu van de NOM.

De NOM doet actief mee

Dat de NOM een actieve rol speelt in de kwestie van stikstofemissie ligt voor de hand. Nederland is welhaast op slot gezet door de regelgeving rond stikstof. Bouw- en verbouwplannen worden flink vertraagd, en daarmee vertraagt ook de groei van de industrie. Bestaande bedrijven hebben moeite met uitbreidingsplannen, nieuwe bedrijven lopen tegen moeilijkheden aan. Er moet kortom iets gebeuren, en snel ook. De NOM streeft naar goede oplossingen om uit de stikstofcrisis te geraken. Om die reden zet ze in op de technologie ERAMM (magnesiumchloride om ammoniakuitstoot te verminderen). Dat is een prachtige Noord-Nederlandse ontwikkeling met volop economische potentie.