Het investeringsfonds G-Force Capital is vorig jaar opgezet om jonge bedrijven in de it op weg te helpen. Het fonds heeft nu zeven investeringen gedaan in veelbelovende Groningse it-startups. Maar de lat ligt hoog. Negen van de tien aanvragen worden afgewezen.
Kort na het gesprek van de NOMMER met Marco de Jong over G-Force Capital staat een ontmoeting met een ondernemer op de rol. Fondsmanager De Jong ziet er ook nu weer naar uit. ‘Ik geniet er altijd geweldig van’, zegt hij. ‘Je hebt telkens te maken met verwachtingsvolle, vaak jonge, creatieve en scheppende mensen aan het begin van hun carrière. Mensen die nog in de maakbaarheid van alles geloven.’
Of het idee van zo’n jonge, ambitieuze it-ondernemer het echt gaat maken, is natuurlijk nooit vooraf zeker. Maar er is altijd de mogelijkheid dat het plan een Catawiki of Belsimpel in de dop is. De it-sector in Groningen heeft volgens De Jong genoeg potentie om meer van dat soort hoogvliegers op te leveren.
‘We gaan beslist niet met iedereen in gesprek’, zegt hij. Er moet sowieso voldaan zijn aan de harde criteria: het bedrijf moet in Groningen zijn gevestigd en digitale technologie moet het hart van de onderneming vormen; een webshop, een app of een website die heel belangrijk is in het bedrijfsproces.
Het helpt wanneer een begin is gemaakt met ontwikkeling, dat er een minimal viable product is. Maar dat is geen vereiste, zegt De Jong. Omdat G-Force is opgezet om startups in een heel vroeg stadium te helpen kunnen een goed doordacht plan en een duidelijke visie ook genoeg zijn om verder te praten.
‘We beoordelen de case eerst op de kracht van het team en het businessplan’, legt De Jong uit. Het gebeurt nogal eens dat een plan rammelt en weinig meer is dan een idee, weet De Jong. ‘Dan zeggen we: ‘ga je huiswerk overdoen.’ Zo stranden negen van de tien aanvragen.
‘Het kan pijnlijk zijn. Maar we zijn er eerlijk over wanneer we iemand als ondernemer niet geschikt vinden. Niemand wordt bij de sokken afgezaagd. We zijn altijd constructief richting de startup. We steken veel tijd in de evaluatie met de ondernemer en bij een afwijzing vertellen we duidelijk wat we wel en niet goed vinden. Dat heeft ook een louterende werking, het motiveert en maakt scherp.’ De kansrijke initiatieven worden verder doorgelicht op het verdienmodel en de ideeën over waar het geld van G-Force aan wordt besteed. De Jong: ‘Het belangrijkste is of goed is nagedacht over de vercommercialisering van het idee.’
‘We vinden het belangrijk dat de ondernemer weet waar zijn kracht ligt. Maar hij moet vooral ook zijn zwakke punten kennen. Hij moet in staat zijn verzamelen. Ik wil bovendien het gevoel hebben dat iemand er echt voor gaat en risico’s durft te nemen, maar ook weer geen avonturier is.’
‘We willen over en weer vertrouwen. Je wilt dat iemand aan wie je investeringsgeld toevertrouwt daar de juiste dingen mee doet. De vermaarde investeerder Neal Dempsey die begin dit jaar in Groningen was zei erover: we kunnen allemaal een businessplan lezen, maar belangrijker is dat je snapt wie de ondernemer echt is. Belly rubbing zal het je vertellen, meent Dempsey, het onderbuikgevoel.’
‘Ik wil niet sturen. Dat is niet goed voor de ondernemer. Maar ik wel graag bij belangrijke strategische beslissingen betrokken worden. Bij een startup gaat het dan over vragen als: schaf ik lease-auto’s aan? Neem ik een nieuwe medewerker in dienst? Initiatief voor een gesprek hierover moet wat mij betreft bij voorkeur vanuit de ondernemer komen. Ik bel liever niet zelf.’ ‘Dat is ook een persoonlijke stijl, andere investeerders coachen intensiever. Ik doe dat niet omdat ik denk dat je een heleboel valkuilen kunt wegnemen, maar ondernemers ook weer niet als kasplantjes moet behandelen. We hebben in Nederland nog wel eens de neiging van alles voor ze te regelen: incubators, accelerators, huisvesting. Ze worden soms teveel gepamperd.’
‘Het is niet verkeerd om ondernemers te behoeden voor fouten, maar je moet het niet te gemakkelijk maken en te veel willen regelen. Bovendien: welke ondernemer wil dat nou. Catawiki en BelSimpel zijn ook door schade en schande wijs geworden. Dat is juist hetgeen hen groot heeft gemaakt.’
‘We investeren met bedrijven met een digitaal hart die de wereld een beetje beter maken. Uiteraard moet dat rendement opleveren voor G-Force, de ondernemer en de maatschappij. ‘Het is mooi om te zien dat bij een aantal van onze investeringen financieel en maatschappelijk rendement gelijk op gaan. Zoals bij Dropper, dat in duurzame stadsdistributie doet, en Goodr, dat via adblockers geld naar goede doelen doorsluist. Doe je het financieel goed, dan kun je ook maatschappelijk wat bereiken.’
G-Force is een initiatief van Investeringsfonds Groningen (IFG). Het fondskapitaal van € 2,5 miljoen is bijna volledig afkomstig van IFG en deels van informeel investeerders, waaronder fondsmanager De Jong. Het fonds heeft als doelstelling financiering voor it-startups toegankelijker te maken. Kansrijke it-startups kunnen met een kapitaalinjectie van G-Force Capital ideeën ontwikkelen. Deze kunnen vervolgens naar de markt worden gebracht. Het fonds heeft in betrekkelijk korte tijd een portefeuille opgebouwd van inmiddels zeven veelbelovende bedrijven. Het fonds helpt de ondernemingen met een financiering tot maximaal een ton, als participatie of als converteerbare lening. De starter zelf wordt gevraagd mee te investeren. De portefeuille van G-Force: Coachjezelf (zelfhulpapp), Dropper (duurzame stadsdistributie), TCKL (zakelijke relatieapp), MOOF2 (wil onderwijs en arbeidsmarkt dichter bij elkaar brengen) SHARKMARK (serious gaming), BUKU (streamingdienst voor boeken) en Goodr.
De Jong heeft als mede-eigenaar van het Groningse internetbedrijf theFactor.e zijn sporen verdiend als ondernemer. Als aandeelhouder is hij nog betrokken bij die onderneming maar hij heeft de dagelijkse leiding uit handen gegeven. Zijn ondernemersverleden geeft hem richting jonge startups extra geloofwaardigheid, zegt hij. ‘Ook het feit dat ik risicodragend participeer in G-Force draagt bij aan de kracht van mijn oordeel’, zegt De Jong.
Ewan Scholte (31) zit nog wat op ‘zolderkamerniveau’ zoals hij het zelf zegt. Maar de ambities die hij heeft met Goodr zijn er niet bepaald minder om. ‘Hoofddoel is tien miljoen gebruikers.’ Beetje groot denken moet kunnen, vindt Scholte. Hij heeft een techniek ontwikkeld waarmee via surfen op het web en de Goodr browser-plugin geld naar goede doelen gaat. ‘Partijen als Facebook of Google verdienen aan webgebruikers. Die online waarde kun je ook anders gebruiken.’ Voor het planten van bomen of het opruimen van plastic soep bijvoorbeeld. Goodr is de meest recente investering door G-Force. ‘Via Flinc kwam ik bij G-Force terecht. Er was vanaf het begin een goede klik. We delen overtuigingen en we hebben raakvlakken.’ Scholte wil de financiering inzetten voor vervolmaking en opschaling van de techniek. Want Scholte wil vaart maken. Een ander deel gaat naar de marketing.
Beantwoord 4 simpele vragen om snel te achterhalen of je eventueel in aanmerking komt voor financiering via de NOM.
Deze cookies zorgen ervoor dat deze website naar behoren functioneert. Ook houden we met deze cookies anoniem website statistieken bij. Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn, kunt u ze niet weigeren zonder de werking van de website te beïnvloeden. U kunt deze cookies blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen, zoals beschreven in ons privacy statement.
Deze cookies verzamelen informatie die wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn. Ook helpen deze cookies ons om deze website aan te passen en zo uw gebruikservaring te kunnen verbeteren.
Met deze cookies kan uw surfgedrag worden gemonitord door advertentienetwerken waardoor we advertenties kunnen tonen op basis van uw interesses en surfgedrag. Ook voeren deze cookies functies uit waarmee onder andere wordt voorkomen dat dezelfde advertentie voortdurend verschijnt.