Endless,/,Infinity,Symbol,Made,From,Ever Green,Leaves.,The,Concept

De transitie naar groene chemie: ‘Circulariteit is een teamsport’

De chemische industrie in Noord-Nederland zet veelbelovende stappen als het om vergroenen gaat, maar er zijn ook uitdagingen.

Dat fossiele grondstoffen opraken, is inmiddels geen verrassing meer. Benzine en diesel worden in de toekomst vervangen door duurzamere brandstoffen en energie komt steeds vaker uit hernieuwbare bronnen zoals zon, wind of water. Maar hoe zit het met chemicaliën? Dit zijn onmisbare stoffen in de productie van materialen voor verpakkingen, kleding, verf en allerlei andere producten. Chemicaliën worden nu nog vaak uit fossiele olie gemaakt, maar dat moet én kan anders. In Noord-Nederland is er veel aandacht voor de verduurzaming van de chemische industrie. Verschillende scale-ups beginnen daar aan de bouw van fabrieken om plastic te recyclen en op een duurzamere manier onmisbare chemische stoffen te maken.

De focus op groen

‘De Eemshaven is in de jaren zeventig gerealiseerd als overlooplocatie voor de petrochemische industrie uit Rotterdam, maar is daar uiteindelijk nauwelijks voor gebruikt vanwege de oliecrisis in die tijd. Daarom heeft de regio – in vergelijking met de vier andere chemieclusters in Nederland – weinig petrochemische industrie zoals olieraffinaderijen’, zegt Henri Kats, investment manager bij de NOM. Naast Delfzijl en Emmen, hebben ook Rotterdam/Moerdijk, Terneuzen/Bergen op Zoom en Geleen (Chemelot) een chemiecluster.

‘Deze geschiedenis geeft het Noorden de kans om te focussen op groene chemie. We richten ons bijvoorbeeld op zout- en chloorchemie en zoeken daarnaast naar verbindingen met de agrarische onderdelen, bijvoorbeeld als het gaat om biomassa als grondstof voor de chemie. Er zijn veel grote agrarische bedrijven gevestigd in de regio, dus dat is een mooie connectie. Daarnaast zijn ook circulaire plastics en Carbon Capture and Usage (CCU) belangrijke thema’s’, schetst Kats.

Kansen voor ondernemers

Dat biedt kansen voor de – vaak relatief jonge – bedrijven die zich willen focussen op het verduurzamen van de chemische industrie. Het lijstje bedrijven is indrukwekkend. CuRe Technology ontwikkelt een technologie om moeilijk te recyclen plastic alsnog te recyclen. Circtec bouwt ’s werelds grootste fabriek voor de chemische recycling van autobanden. BioBTX gaat Benzeen, Tolueen en Xyleen (BTX) – ook wel aromaten genoemd – maken uit afvalplastics om zo het plastic te recyclen. En EEW – Energy from Waste Delfzijl zorgt voor de thermische verwerking van afval dat niet hergebruikt kan worden. Allemaal krijgen ze steun van de NOM.

Tijmen Vries, director strategic development bij BioBTX
Tijmen Vries, director strategic development bij BioBTX

Lange aanloop

Al deze bedrijven staan nu op het punt om hun technologie op te schalen en daadwerkelijk op de markt te brengen. Een belangrijke stap die niet vanzelf gaat. Het is lastig om op te boksen tegen de bestaande petrochemische industrie, daar zijn alle ondernemers het over eens. ‘Deze industrie heeft al honderd jaar de tijd gehad om het proces te optimaliseren en kan nu dus relatief goedkope producten leveren. Wij hebben pas 15 jaar onderzoek gedaan’, stelt Tijmen Vries, director strategic development bij BioBTX.

Bedrijven die nieuwe materialen introduceren hebben een lange aanlooptijd nodig, vaak zo’n tien tot twintig jaar. Dan nog zijn de producten in de beginjaren vaak duurder dan de geoptimaliseerde producten van fossiele olie. ‘We moeten concurreren met het goedkope plastic uit Azië dat gemaakt is uit fossiele olie’, stelt Josse Kunst, chief commercial officer (cco) van CuRe Technology. Sterker nog: ook bij Circtec hebben ze last van de scheve verhoudingen, vertelt Pieter ter Haar, director sustainable carbonaceous materials bij Circtec. ‘Wij willen materialen zoals autobanden op een duurzame en circulaire manier verwerken, terwijl dit in landen als India gewoon in de open lucht wordt verbrand. Met alle gevolgen van dien voor de gezondheid van mensen en het milieu. Dat kan soms frustrerend zijn.’ Mede door deze
verschillen zijn er al meerdere recyclingbedrijven omgevallen. Meer hierover weten?

Josse Kunst, chief commercial officer van CuRe Technology
Josse Kunst, chief commercial officer van CuRe Technology

Financiering is gecompliceerd

Er is veel tijd en geld nodig om de chemie te verduurzamen. Wie gaat dit betalen, dat is uiteindelijk toch de belangrijkste vraag, stelt Ter Haar. ‘Investeerders willen hun investering vaak snel terugverdienen, en kijken met name naar de winstgevendheid van een project.’ Dat het lastig is om innovaties in de groene chemie te financieren, herkent Vries ook. ‘We zien dat investeerders vaak niet genoeg risico durven nemen. Gelukkig hebben wij het nu voor onszelf deels op kunnen lossen.’

BioBTX heeft recent een investering opgehaald van € 80 miljoen voor de bouw van hun eerste fabriek. Vries: ‘De NOM heeft als een van de eerste partijen in BioBTX geïnvesteerd. Met die investering kunnen we de technologie verder ontwikkelen en daarnaast geeft het andere investeerders vertrouwen. Dat is heel waardevol.’ Ook voor Circtec was de NOM een belangrijke investeerder in aanloop naar de afronding van de meest recente investeringsronde van € 150 miljoen voor de bouw van de fabriek in Delfzijl.

Pieter ter Haar, director sustainable carbonaceous materials bij Circtec
Pieter ter Haar, director sustainable carbonaceous materials bij Circtec

Overheid speelt belangrijke rol

Ter Haar van Circtec ziet een belangrijke rol voor de overheid om bedrijven die willen vergroenen te ondersteunen. ‘De overheid moet zorgen voor ondersteunende en vooral stabiele wetgeving, die is er nu vaak niet. De Nederlandse politiek is niet altijd betrouwbaar, wetten en regels veranderen vaak. Dat beïnvloedt ook het investeringsklimaat.’

Meer steun vanuit de overheid is ook een wens van Wilfred de Jager, directeur van EEW – Energy From Waste Delfzijl. ‘De overheid kiest nu voor een beleid waarbij ze bedrijven die niet circulair werken, straffen met belastingmaatregelen. Het zou beter zijn als de overheid ervoor kiest om circulariteit te stimuleren, bijvoorbeeld met subsidies om de vraag naar gerecyclede (grond)stoffen te ondersteunen ten opzichte van de virgin materialen. Dat is een stimulans voor de markt en zo kunnen we ervoor zorgen dat de recyclingbedrijven bestaansrecht krijgen. Uiteindelijk kunnen zij qua prijs dan concurreren met de ruwe materialen.’

Kats vindt ook dat de groene chemie op dit moment geen eerlijke kans krijgt. ‘De fossiele industrie kan tegen lagere kosten produceren, daar kiezen consumenten dan uiteindelijk toch voor. Alleen daarin zijn de maatschappelijke kosten – bijvoorbeeld de gevolgen van klimaatverandering – niet meegenomen. Als de wetgevers stappen zetten om de belasting voor het milieu mee te laten wegen in de prijzen, dan krijgt de groene chemie een eerlijkere kans’, zegt de investment manager van de NOM.

Wilfred de Jager, directeur EEW
Wilfred de Jager, directeur EEW

Afvalstatus ter discussie

Een van de specifieke regels van de overheid waar de ondernemers tegenaan lopen is de afvalstatus van materialen. Afval heeft vanuit wetgeving een bepaalde status, bedrijven moeten ervoor betalen om zich van bepaalde stoffen te ontdoen. ‘In principe stimuleert deze regel bedrijven om zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken. Alleen als een product al een afvalstatus heeft en later blijkt dat het toch als grondstof kan worden ingezet, dan is het lastig om de afvalstatus er weer af te krijgen’, aldus Kats. Bedrijven moeten dan door een uitgebreid en lang traject met de gemeente om de afvalstatus van het materiaal af te krijgen. ‘In een circulaire economie bestaat afval eigenlijk niet. Er is meer flexibiliteit nodig van gemeenten om snel mee te denken met de ondernemers’, stelt Kats. Circtec heeft te maken gehad met zo’n traject rondom de autobanden.

Ook EEW Delfzijl is op zoek naar duidelijkheid. ‘Bijna alle producten die wij hier maken hebben een afvalstatus. Dat helpt ons niet bij de afzetmogelijkheden, soms kunnen wij een product alleen in een lager toepassingsgebied kwijt (downcyclen), terwijl het ook in een hoger segment gebruikt zou kunnen worden (upcyclen). De afvalstatus zegt niks over de kwaliteit van het materiaal.’

Sterk netwerk

De ondernemers krijgen te maken met de nodige uitdagingen. ‘Het voelt alsof we soms niet alleen hobbels, maar hele heuvels en bergen moeten overwinnen. Als dat is gelukt, dan zetten we een hele belangrijke stap in het vergroenen van de chemie’, zegt Vries van BioBTX. Ook Kunst (CuRe Technology) blijft positief. ‘In innovatie heb je soms wat positief optimisme nodig. We moeten het gewoon gaan doen, gefocust blijven en goede partners vinden.’ Die partners zijn voor alle ondernemers een onmisbaar onderdeel.

De NOM is erg actief in het bouwen en ondersteunen van een netwerk van groene chemiebedrijven in Noord-Nederland. ‘Chemport is een sterk netwerk van bedrijven in de groene chemische industrie die elkaar makkelijk weten te vinden. Er is een coöperatieve houding, we willen elkaar helpen zonder directe tegenprestatie’, stelt Kats. Startups en scale-ups werken samen, zo levert CuRe Technology een reststof uit hun recyclefabriek aan BioBTX die het weer als grondstof kan gebruiken. Kunst: ‘Ik merk dat mensen in het Noorden heel open zijn en elkaar snel vertrouwen.’

Daarnaast werken ook grote bedrijven zoals BP samen met de scale-ups in de regio. ‘Die grote corporates
moeten vergroenen en doen dit regelmatig door samen te werken met nieuwe bedrijven’, vult Kats aan. ‘Circulariteit is een teamsport. We moeten het samen doen’, besluit Kunst