Jarenlang hadden Obed en Hetty Smit een hechte band met de NOM – nu nemen we op papier afscheid. We kijken nog een laatste keer rond bij Smit Kwekerijen, het Groningse bedrijf dat met hun luxe en originele ‘Eden Collection’ de wat ingedutte kamerplant opwaardeerde tot trendy woonaccessoire.
We mogen met eigenaar Obed Smit de kas in. De fotograaf voor dit artikel is al aan de horizon verdwenen, op zoek naar de fleurigste achtergrond. Je zou bijna denken dat je hierbinnen de kromming van de aarde kunt waarnemen, zo ver reikt de blik. Zo ziet 160.000 vierkante meter onder één dak er dus uit. Stel je voor: genoeg ruimte voor 32 voetbalvelden, als het moet met kleedkamers en al.
Wij waren 20 jaar geleden de eersten in Nederland die kamerplanten zagen als luxeproduct. Stoer kartonnen designlabel erom, met een mooie afbeelding – en aansprekende namen. Obed Smit, eigenaar Smit Kwekerijen
Obed blijft er zelf vrij nuchter onder: ‘Tja, het is geen tropische kas met siersmeedwerk en fluitende zangvogels. Het is wel een plantenfabriek.’ De fotograaf heeft intussen zijn plekje gevonden, in een zee van zachtroze. Obed is hier tussen de planten merkbaar meer in zijn element dan op kantoor: ‘Prachtig voorbeeld dit kleine roze plantje. Ontstaan als een eigenwijze mutant van de groene variant die we al in huis hadden. Onze teeltexperts zien dat gelijk – geen mislukking maar een onvoorziene kans! We proberen het daarna zo uit te dokteren dat het een aantrekkelijke en robuuste nieuwe soort wordt. Kijk, neem deze andere: die bestond overal al met een vlammend wit-groen blad. Bij ons is het precies andersom, veel stabieler getekend ook, mét als extra een lief rood randje. Veel spannender toch? Over robuust gesproken: een van onze afnemers, een tuincentrum, hing boven onze Eden Collection een bordje met ‘Sterke Jongens’. Planten die niet na een week verpieteren of uit elkaar vallen. De tussenhandel weet dat.’
‘Wij waren 20 jaar geleden de eersten in Nederland die kamerplanten zagen als luxeproduct. Stoer kartonnen designlabel erom, met een mooie afbeelding – en aansprekende namen. Rain drop, zwanenkroos, de meloenplant. We hadden al snel een sterk team, we vulden elkaar perfect aan. Nanno was een gedreven verkoper, Lammert net als ik een enthousiaste planthunter. Altijd op zoek naar nieuwe teeltjes, die hier nog onbekend zijn. In vaktijdschrift Bloemisterij noemden ze ons toen een gouden combinatie. We zijn ooit klein begonnen, met 4 hectare. Dat werd langzaam steeds meer. We deden het op gevoel, op de pioniersmanier. Het liep. En toen moest Kees Pingen nog komen!’
Obed Smit vindt de nieuwe huisgenoten van plantenliefhebbers in Europa op de tropische plekken waar ze gewoon buiten staan, in het wild. ‘Ik dwaal graag door de binnenlanden van Zuid-Amerika, Ecuador, Costa Rica, noem maar op. Indonesië, ook zo’n mekka. In Azië wonen veel gedreven verzamelaars. Ik geef mijn ogen altijd goed de kost. Totaal nieuwe planten verzamelen en daar geduldig een commercieel product van maken, het mooiste werk dat er is! In Windhoek, Namibië liep ik door een woonwijk te koekeloeren en dan belde ik bij iemand met een mooie tuin gewoon aan. Ze zijn dan soms best even argwanend, maar ik ga pas weg als ik een uitgebloeide stengel van een prachtexemplaar afgeknipt heb. Daar vond ik een schitterende, grillige vetplant of ‘succulent’ die buiten rood wordt en die het binnen ook heel goed doet. In het Afrikaans ‘plakkieplant’. Ook import uit Namibië: onze woestijnroos of Kalenchoe Thyrsiflora. Daar wordt iedereen vrolijk van, gegarandeerd.’
Even technisch: er zijn vier methoden om planten te vermeerderen. Een zaadje in de grond stoppen, het stekje (geen introductie nodig), het plugje (met een begin van wortels in wat potaarde) en ten slotte weefselkweek met stamcellen, cellen die in het laboratorium groeien onder invloed van hormonen. Dat heet in vakjargon meristemen. Je ziet er in de huiskamer niks meer van.
Veel kwekers en tuinders hebben problemen met de hoge energieprijzen (begrijpelijk); Obed Smit voorlopig nog niet. Daar doet hij alles aan. Zijn iPad gaat 24/7 overal mee naartoe, ook op bezoek bij kennissen en ook in vergaderingen. ‘Daar steek ik heel veel tijd in, dat rekenwerk. We kopen gas om de kas te verwarmen en met de opbrengst van onze warmtekrachtunit leveren we elektriciteit terug aan het net, alles wat we zelf niet nodig hebben. Ik let heel scherp op de dagprijzen van inkoop en verkoop. Die ingewikkelde puzzel moet je handmatig blijven bijsturen, dat gaat niet anders – om toe te kunnen slaan op precies het voordeligste moment. De tarieven fluctueren nu enorm, met heftige uitschieters. Een gasprijs van 1 euro zou dodelijk zijn. Ik zag al ergens 1,60 staan voor 2023. Gelukkig hebben we ruim op tijd veel gas ingekocht; we hadden al een langetermijncontract voor betaalbaar gas toen dat nog niet actueel was.’
‘Dat doen we voor een deel voor mijn gezin en voor een deel om een verantwoord voortbestaan van het bedrijf in de toekomst te verzekeren. Het gaat toch om 190 hoogwaardige arbeidsplaatsen in Groningen, in het drukke seizoen komen daar nog eens 100 uitzendkrachten bij. Mijn vrouw Hetty en ik wilden ook iets meer gemoedsrust privé, risico afdekken voor ons pensioen. Ik ben nu 54 en Hetty 52. Wat meer tijd voor de kleinkinderen misschien. Wat ook meespeelt: ik heb geen opvolging binnen de familie. Alle vier mijn kinderen zijn wel eens mee geweest op ontdekkingsreis naar Zuid-Afrika of Namibië, maar ze doen heel ander werk.’
‘Voorlopig voelt de fusie met Plant World niet als een stap terug. Het is hard werken; de nieuwe combinatie moet ook weer goed gaan lopen. Dat zit volgens mij wel goed; er zit daar in het bestuur ook iemand die bezeten is van planten en plantensoorten ontdekken. Wat ik zeker ga doen straks, als de rust weerkeert? Nog veel meer reizen, naar alle uithoeken van de wereld. En dan wat langer. Op de wat avontuurlijkere tochten, het oerwoud in zonder gerieflijk hotelletje, bleef Hetty altijd thuis. Misschien kunnen we straks vaker samen op pad. En dan niet naar een terrasje in de stad. Planthunting is het allerleukste wat er is!’
Investment manager Annemieke Wouterse is al 10 jaar nauw betrokken bij Smit Kwekerijen; de samenwerking met de NOM bestaat nog veel langer, al sinds 2002. Best bijzonder, want de gemiddelde duur van dit soort ‘groei-en-bloei’ trajecten is maar zo’n 5 jaar. Maakt niet uit of het om een startup of een scale-up gaat. Wanneer de NOM overgaat tot de verkoop van het belang in een bedrijf, heet dat op kantoor ‘een exit’. Klinkt misschien kil en emotieloos; is het zelden.
Annemieke vertelt. Opmerkelijk en veelzeggend detail: ze spreekt over Smit Kwekerijen in de wij-vorm en niet in de zij-vorm: ‘Waarom zo lang en innig? Net als bij een gewoon ‘huwelijk’ maakten we ups-and-downs mee. De huwelijksbelofte is niet voor niks ‘for better and for worse’. We hebben wat managementwisselingen gehad, met gunstige gevolgen: professionalisering van de processen, een positieve vibe, vakkundig inspelen op de vraag. Dat betekent concreet: de juiste planten op de juiste momenten. Vroeger moest de hele kas per se vol. Nu zeggen we: liever driekwart vol met rendabele, goede producten. Zo min mogelijk gedwongen raken om overschot te verkopen op de veiling, precies genoeg in huis hebben om te leveren aan de eigen afnemers.
Mindere tijden waren er ook; toen ik een herfinanciering voorstelde, een noodzakelijke, nieuwe financiële impuls, reageerde een NOM-collega die twijfels had met ‘weet je het wel zeker?!’ Maar ik geloofde er heilig in, dankzij een rotsvast vertrouwen in de mensen van Smit. In de kern altijd al een gezond bedrijf, dat voelde ik. Overigens had de bank er ook direct zonder twijfels vertrouwen in; dat is tamelijk uniek. Achteraf bleek die extra kapitaalinjectie niet eens nodig. En moet je nu zien! Natuurlijk, er kwamen op tijd meevallers om de hoek kijken. Soms onverwacht. In de coronatijd zat ineens iedereen veel binnen. Dan moet het thuis ook een beetje gezellig zijn. Wat doe je dan zodra de winkels weer opengaan? Sfeervolle kamerplanten uitzoeken. Een glossy magazine dat in een woonreportage de pannenkoekplant ineens trendy en gewild maakt, met zijn knusse, ronde blaadjes die wel wat van poffertjes weg hebben. Bij Smit slagen ze er dan meteen in om er een aantrekkelijke en gezonde variant van te kweken.
Het was het waard, die lange adem. Misschien wel het geheim van de NOM; we zijn niet zo verkoopgericht. Je moet je kunnen verplaatsen in de ander, het belang van het bedrijf vooropstellen. Dat is precies de reden dat ik hier werk. Andere investeerders worden nog wel eens door hun aandeelhouders onder druk gezet om snel met rendement te komen, binnen 5 jaar is heel gewoon. Wij hebben het geduld en de mogelijkheden om naar de veel langere termijn te kijken. Natuurlijk willen wij na 20 jaar ook een mooie winst behalen – geld dat we weer goed kunnen inzetten voor belangrijke, nieuwe investeringen in de regio.’
Deze cookies zorgen ervoor dat deze website naar behoren functioneert. Ook houden we met deze cookies anoniem website statistieken bij. Omdat deze cookies strikt noodzakelijk zijn, kunt u ze niet weigeren zonder de werking van de website te beïnvloeden. U kunt deze cookies blokkeren of verwijderen door uw browserinstellingen te wijzigen, zoals beschreven in ons privacy statement.
Deze cookies verzamelen informatie die wordt gebruikt om ons te helpen begrijpen hoe onze website wordt gebruikt of hoe effectief onze marketingcampagnes zijn. Ook helpen deze cookies ons om deze website aan te passen en zo uw gebruikservaring te kunnen verbeteren.
Met deze cookies kan uw surfgedrag worden gemonitord door advertentienetwerken waardoor we advertenties kunnen tonen op basis van uw interesses en surfgedrag. Ook voeren deze cookies functies uit waarmee onder andere wordt voorkomen dat dezelfde advertentie voortdurend verschijnt.