Eric Langedijk van Blue Cycle

De catch-22 van chemisch recyclen

Met een veelbelovende, innovatieve technologie en een nieuwe fabriek is Blue Cycle hard aan de weg aan het timmeren op het gebied van circulariteit. Van kunststof afvalstromen produceren ze namelijk olie, die weer gebruikt kan worden als grondstof voor nieuwe kunststoffen. Toch liggen er op die weg
naar succes nog een paar flinke drempels voor het bedrijf. Tenminste, vooral in Nederland. ‘We lopen op dit moment keihard tegen regelgeving aan en dat voelt soms machteloos. Terwijl ze er in het buitenland om lopen te springen.

Begin dit jaar opende Blue Cycle de eerste fabriek in Heerenveen. Deze fabriek is ingericht voor het verwerken van kunststofafval tot olie, die direct ingezet kan worden als grondstof voor de productie van nieuwe kunststoffen, of na een extra voorbewerkingsstap. De techniek waarmee dit gebeurt heet pyrolyse. Dat is het op verhoogde temperatuur verwarmen van materialen in afwezigheid van zuurstof.

Blue Cycle heeft een nieuwe pyrolysetechniek ontwikkeld om ook een kunststof afvalstroom aan te nemen die vroeger behoorde tot de niet recyclebare kunststoffen. ‘En de niet condenseerbare gassen uit het pyrolyseproces zetten we in als brandstof in het proces. We hoeven de installatie alleen maar met aardgas op te starten. Als het pyrolysegas ontstaat, kunnen de gasbranders uit’, zegt Eric Langedijk, directeur en medeoprichter. ‘Het proces is dus ook nog eens volledig zelfvoorzienend.’

Chemisch- en mechanisch recyclen

‘Kunststof is eigenlijk een bijproduct van brandstofproductie uit aardolie’, legt Langedijk uit. ‘Dus als je die kunststoffen weer terugbrengt naar olie, vervang je daarmee de fossiele grondstoffen die je gebruikt om brandstof en kunststof te maken. In die zin is de olie die wij maken een grondstof en daarmee ook circulair.’

De manier van werken van Blue Cycle heet chemisch recyclen. Daartegenover staat mechanisch recyclen, waarbij simpel gezegd kunststof op soort gesorteerd en gewassen wordt, en er van kunststof weer kunststof gemaakt wordt. Mechanisch recyclen is goedkoper, maar heeft wel beperkingen. Het kan bijvoorbeeld niet oneindig worden gerecycled, chemisch recyclen kan dat wel. Veel plastic dat mechanisch gerecycled wordt, eindigt alsnog in een lineair proces, terwijl chemisch recycling volledig circulair is. Mechanisch recyclen staat echter hoger geclassificeerd dan chemisch recyclen.

En daarmee stipt Langedijk de kern van het eerste probleem aan. ‘Kunststofproducenten zijn verantwoordelijk voor het recyclen van hun producten. Daar zijn afspraken over gemaakt met de overheid en de uitvoerende organisatie is Nedvang. Zij zijn eigenaar en verantwoordelijk voor de verwerking. En ze hebben van de overheid als doelstelling meegekregen dat er 50% gerecycled moet worden. Omdat chemisch recyclen lager gekwalificeerd is, krijgen wij die afvalstromen dus niet, omdat ze dat percentage sneller en makkelijker halen door mechanische recycling. Het persen van een laagwaardig product telt namelijk voor 100% als recycling en daarbij wordt geen rekening gehouden met de CO2 impact of het verminderen van het gebruik van fossiele grondstoffen. Daarbij gebeurt de mechanische recycling ook nog voor een groot deel in het buitenland, waar er bijvoorbeeld bermpaaltjes en straatmeubilair van gemaakt worden.’

En zo ontstaat er voor Blue Cycle een absurde situatie. ‘Onze fabriek in Heerenveen staat pal naast afvalverwerker Omrin. Maar zij mogen ons geen kunststof afval geven, omdat ze geen eigenaar zijn. Wij moeten het uit Duitsland en Engeland halen, waar ze zeggen: ‘Ja hoor, we hebben hier nog een hoop Nederlands plastic liggen dat je wel mag gebruiken …’, zegt Langedijk. ‘Er ligt wel een overheidsplan over chemisch recyclen, vol met ambities en doelstellingen, maar zonder enige regelgeving, uitvoeringsplannen of iemand die er verantwoordelijk voor zou moeten zijn. En er is geen politicus of ambtenaar die z’n vingers daaraan wil branden.’

Blue Cycle fabriek in Heerenveen

Het mysterie van de einde-afvalstatus

Dit is de eerste grote drempel voor Blue Cycle, maar er spelen ook nog andere problemen. ‘De olie die wij maken, komt van afvalstromen, dus formeel gezien wordt onze olie beschouwd als afval. Dat betekent dat raffinaderijen onze olie niet mogen inkopen, tenzij we een einde-afvalstatus krijgen. Maar ik kan tot op de dag van vandaag niemand binnen de overheid vinden die ons die status kan verlenen. Je wordt constant van het kastje naar de muur gestuurd. Een ander bedrijf heeft het uiteindelijk kunnen krijgen door een wettelijke uitspraak aan te vragen. Dus wij dachten: mooi! Zij doen ongeveer hetzelfde, dus die uitspraak geldt ook voor ons. Maar je raadt het al, dat is niet zo’, vervolgt Langedijk. ‘Die moesten we zelf aanvragen. Het probleem daarvan is dat er op dit moment vanwege tijdsgebrek niks meer in behandeling wordt genomen. Het gevolg is dat we nu zeven containers met olie op ons terrein hebben staan, waar we niks mee kunnen.’

We hoeven de installatie alleen maar met aardgas op te starten. Als het pyrolysegas ontstaat, kunnen de gasbranders uit.
Eric Langedijk

 

Nieuwe fabrieken

Ondanks alle drempels, gloort er toch nog genoeg hoop aan de horizon voor Blue Cycle. ‘We hebben een aanvraag gedaan voor een JFT subsidie, voor de bouw van een nieuwe fabriek in Delfzijl. Daar hopen we deze maand uitsluitsel over te krijgen en dan kunnen we aan de slag met het aanvragen van alle vergunningen’, zegt Langedijk. ‘Daarnaast zijn we bezig met het opzetten van een fabriek in Slowakije. Die vergunningen zijn er al, net als een fabriekshal. Er is ook veel interesse vanuit Duitsland, maar die plannen zijn nog wat minder concreet.’

Die bevestiging voelt in ieder geval goed voor Blue Cycle. ‘We hadden laatst een Italiaanse delegatie over de vloer en zij waren ook gelijk dolenthousiast. Gelukkig staan ze in het buitenland wel te springen. De wereld staat niet stil. Als we met olieproducenten spreken, die willen ons product allemaal graag hebben. Dat geeft ons de hoop en motivatie om Blue Cycle verder te ontwikkelen en daarmee bij te dragen aan een oplossing van ons wereldwijde milieuprobleem.’

Einde-afvalstatus

De regelgeving rondom einde-afvalstatus is een doorn in het oog voor veel plastic recyclingondernemers. Het verdient landelijke aandacht, omdat plastic recyclen essentieel is voor de grondstoffentransitie, waarin we geen nieuwe aardolie meer willen gebruiken voor onze producten.
Maaike van Heeren, programmamanager Chemport Europe